Kleine burgemeester is net een spook

Daniël Mulder

1 april 2015 .

DOOR: PAUL BÖHRE

Je trekt altijd veel aandacht, wanneer je in Amsterdam op zoek gaat naar een zeldzame vogel. Ik sta al een tijdje langs de Sloterplas, een redelijke grote plas water midden in Amsterdam-West. Gewapend met kijker en telescoop ben ik op zoek naar een kleine burgemeester. Opeens word ik op mijn schouder getikt. Een man in uniform met ernstig gezicht vraagt wat ik sta te fotograferen, terwijl hij op mijn telescoop wijst. “Nog niets”, antwoord ik goudeerlijk. “Ik heb de vogel nog niet kunnen vinden.” “Vogel?”, verzucht hij. “Oké, ik dacht even dat je ons pand aan het vastleggen was, ik ben namelijk van de bewaking.” Toch enigszins teleurgesteld druipt hij af. Weer geen terrorist.

Even later komt een Marokkaanse man de vogels voeren. Tientallen meeuwen duiken krijsend op het brood af. “Die rare meeuw al gezien?”, informeert hij in goed Nederlands. “Hij is heel licht, het is net een spook.” Nee, helaas. Na een uur besluit ik de omgeving uit te kammen. Amsterdam kent vele grachten en kanalen. Waar ik ook maar even stilsta om de meeuwen af te zoeken met de telescoop, overal word ik aangesproken met de vraag waar ik naar kijk. En om nou met een serieus gezicht aan een Amsterdammer uit te leggen dat ik op zoek ben naar de kleine burgemeester, ik dacht het even niet…

Zeldzame meeuw uit Groenland klinkt in dit geval beter, en scheelt een hoop meligheid. Mijn humeur wordt er na drie uur zoeken en vooral gepraat niet beter op. Langs de laatste gracht die ik af fiets, valt mijn oog ineens op een roomkleurige, bijna witte meeuw die tussen de andere meeuwen op de kade staat. Het is hem, het kan niet missen. Ik verschuil me achter een dikke boom en maak nerveus de eerste foto’s. Geen Amsterdammer die me hier ziet. Ik sta even flink te genieten, nu ik hem eindelijk mooi in beeld heb. Dan vliegt hij op en verdwijnt om de hoek. Spoken bestaan dus toch.

Burgemeesters
De grote en kleine burgemeester zijn grote meeuwensoorten met opvallend witachtige handpennen. De volwassen vogels hebben veel lichter grijze bovendelen dan zilvermeeuwen. De eerste en tweedejaars vogels zijn in vers kleed egaal licht okerbruin of ‘koffie met melk’ kleurig, met een vage en fijne bandering op de bovendelen en vleugeldekveren. Vooral door de ongetekende lichte of witte slagpennen vallen ze in de vlucht enorm op tussen de andere meeuwen.

De grote en kleine burgemeester lijken in alle kleden sterk op elkaar, maar verschillen in lichaamsgrootte, snavelkleur en structuur. De grote burgemeester is veel groter dan een zilvermeeuw, de kleine burgemeester juist kleiner. De snavel van een jonge kleine burgemeester is vooral donker en smal, die van de jonge grote burgemeester veelal roze met een zwarte punt. Verder heeft de kleine burgemeester een klein rond kopje, waardoor hij wat liever oogt.
De kleine burgemeester was een stuk zeldzamer dan de grote, waarvan er ieder jaar wel een paar worden gezien in de haven van Den Helder, IJmuiden of Scheveningen. Maar de laatste jaren duikt hij steeds vaker op in het binnenland. De laatste weken bijvoorbeeld zowel in Amsterdam, Leiden, Rotterdam en zelf Utrecht (zie de foto van Phil Koken). Pas wel op voor verwarring met geheel albino zilvermeeuwen. Bedenk daarbij dat deze ook (zeer) zeldzaam zijn. Een burgemeester is nooit egaal wit.


Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief

Ontvang elke week het laatste natuurnieuws van Roots!


Meer Blog