Struinen door oneindig laagland

Daniël Mulder

15 april 2016 .

Zwarte populier; Populus nigra;

DOOR: DANIËL MULDER

Tussen Nijmegen en Millingen aan de Rijn dwaal ik een dag langs de Waal. Voor Roots test ik namelijk een stuk van een struinpad. Langs de hele Waal ligt zo’n 220 kilometer aan struinpaden, ik loop vandaag een kilometer of 20. In de praktijk betekent struinen dit: volg waar het kan zo dicht mogelijk de loop van het water. En omdat rivieren weer ruimte krijgen om te stromen, krijgen wandelaars weer ruimte om te wandelen. Geregeld loop je pal naast de rivier door de uiterwaarden.
Net buiten Nijmegen gooi ik mijn rugzak af. Vrachtschepen brommen zachtjes en vervoeren keurige kegels zwart zand. Verkeersgeluiden vermengen zich met het geluid van hommels die sloom op zoek zijn naar nectar. Een aalscholver poetst zijn veren en water knaagt aan witgeel strandzand. Bijna nergens in Nederland kun je, zittend vanaf de oever en omgeven door een zee van bloemen, zo mooi zien hoe riviernatuur en een grote stad (Nijmegen) zo dicht op elkaar kunnen bestaan. Als wandelaar vang je het allemaal in één beeld door het volgende te doen: loop vanuit Nijmegen via de Waalkade onder de grote brug door, neem de spectaculaire boogbrug voor voetgangers – de Ooijpoort – over een zijarm van de Waal, pak een stukje struinroute en draai je om: wauw, wat een uitzicht.

Ik loop verder de uiterwaarden in. Ergens staat op een gegeven moment het bordje ‘Doorgaande route’. Ik moet via een paadje richting de dijk. Tien meter verder echter staan vier koniks pontificaal op het wandelpad. Ze kijken even op en grazen verder. Links en rechts staan bloemen en ruigtes tot heuphoogte: omlopen is bijna onmogelijk. Volgens de informatieborden moet ik 25 meter afstand houden …. Een kudde paarden op korte afstand passeren, blijft een spannende natuurervaring. Het biedt je als wandelaar wel de kans de paarden goed te bekijken; hun manen en staarten zitten vol met zaadbollen van distels.

In het voorjaar en de zomer zie je langs de Waal massaal jakobskruiskruid in bloei staan. De plant groeit vooral in natuurontwikkelingsgebieden, natuurterreinen waar veel wordt begraasd en in bermen. De plant bevat gifstoffen, pyrrolizidine alkaloïden genoemd, die schadelijk zijn voor zoogdieren omdat ze de lever aantasten. (Foto: Edwin Giesbers)

Na het klaphek draai ik mij om. De hemel is ongelooflijk blauw, het jakobskruiskruid ongelooflijk geel. Hoeveel heb ik nu gelopen, 5 kilometer? Mooier kan het niet worden, denk ik nog. Misverstand, bleek later. Want in de Millingerwaard dook naast mij ineens een galloway op uit de struiken, ik zag zeldzame zwarte populieren en bij de Bisonbaai deelde ik het strand met veel grote grazers. Mens en natuur gaan soms prima samen.


Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief

Ontvang elke week het laatste natuurnieuws van Roots!


Meer Blog