Maanden heb je ze nauwelijks gezien of gehoord en dan zie je ze ineens weer in de tuin: groepjes huismussen. Hoewel hun dikke snavel vooral geschikt is voor het eten van onkruidzaden, wat ze in het voorjaar en de zomer vooral doen, nuttigen ze ’s winters eigenlijk van alles: brood, fruit, pinda’s en kant-en-klaar vogelvoer. Daarom komen ze nu regelmatig op onze voedertafels af.
Huismussen broeden in dorpen en steden, ze hebben een sterke binding met mensen. Nestelen doen ze graag dicht bij elkaar: in allerlei holten en gaten in bebouwing en onder dakpannen. En heel soms maken ze weverachtige nesten in de struiken, maar alleen als er geen vijanden in de omgeving voorkomen. En dat gebeurt nog maar zelden.
Tijdens de landelijke Tuinvogeltelling in januari 2017 werd de huismus het meest waargenomen van alle soorten, 158.386 keer!
Foto: Ineke Mighorst
