De kracht van de kudde

René Alblas

2 november 2018 .

Dieren zijn in een kudde beter beschermd tegen roofdieren. Tien paar ogen zien immers meer dan één. Zo kun je op tijd maken dat je wegkomt. En ben je met meer, dan is het voor een roofdier ook lastiger om je te pakken. Kijk maar naar een zwerm spreeuwen en probeer je maar eens op eentje tegelijk te focussen.

Wie niet sterk is…

“Samen ben je bovendien sterker dan in je uppie”, zegt hoogleraar dierecologie Christiaan Both.  “Kijk naar een groep Afrikaanse buffels die vredig staat te grazen. Ineens draait één dier zich om en binnen no-time staat de kudde als één bonk spieren te briesen en dendert af op de belager – een leeuw bijvoorbeeld. Ook grondeekhoorns, zwaluwen en stokstaartjes maken zich samen sterk om roofdieren de baas te worden. En als het gaat om voedsel bemachtigen, levert samenwerken ook meestal meer op. Daarom jagen leeuwinnen samen. En als groep ben je niet alleen sterker, maar ook slimmer. Trekvogels delen kennis over goede voedselplekken of de beste vliegroute. En een gans zou, als hij alleen trekt, altijd als het ware aan kop vliegen. In een groep trekken ganzen in een V-vorm en vangt alleen de voorste de grootste luchtweerstand, de rest vliegt in elkaars slipstream. Die taak wisselen ze af.”

De mens

En hoe zit het nou met de mens; zijn wij kuddedieren? Daar weet gedragsbioloog en schrijver van het boek Kuddegedrag in crisistijd Patrick van Veen alles van: “Nee, wij zijn geen kuddedieren. Mensen leven van nature niet met honderden bij elkaar, zoals gnoes. Als oermens leefden we in kerngroepen van 25 tot 250 mensen. Je zag in die groepen een duidelijke hiërarchie en sociale structuren, en nog steeds zijn we hier wel 20 tot 40 procent van onze tijd mee bezig. Dat varieert van samen een kop koffie drinken tot welke plek je kiest in de trein. Kuddedieren, zoals zebra’s of giraffen, zijn maar zo’n 5 procent van hun tijd bezig met sociale interacties. Dat neemt niet weg dat we ons soms toch gedragen als een kudde op hol geslagen zebra’s. Denk maar aan een voetbalstadion. Of neem een vol terras; als er één persoon begint te schreeuwen, rennen we in no-time allemaal weg.”

Achter de massa aan

Volgens Van Veen vertonen wij dit kuddegedrag omdat we sinds de oertijd anders zijn gaan leven: “Thuis en op het werk bevinden we ons nog in overzichtelijke gemeenschappen, maar lopen we door een drukke winkelstraat, dan is er grote anonimiteit. Begint de massa te rennen, dan lijk je wel gek als je als enige stil blijft staan. Maar het gaat verder. Kijk naar bezoekers in de Apenheul. Die moeten bij de ingang kiezen of ze links of rechts gaan. Je ziet dat iedereen bijna zonder na te denken de rest volgt die linksaf gaat, terwijl je ook prima rechtsaf kunt.”

Chimpansee

Is dat kuddegedrag van ons dan wel ergens goed voor? Volgens Van Veen niet echt: “Het is heel apart dat we net als een gnoe gewoon beginnen te hollen en niet meer nadenken wat we doen. Een chimpansee zou dat niet doen. Die weet precies wie hij in z’n groep kan vertrouwen en zal niet bij de eerste de beste schreeuw wegrennen. Hij kijkt eerst wie schreeuwt, voordat hij iets doet.”

Het is dus best bijzonder dat ook wij grote delen van onze tijd in grote kuddes leven, terwijl dit niet in onze natuur zit. En dat we ons daar ook geregeld naar gedragen. Zo zie je maar weer: de kracht van de kudde is soms groter dan je zou willen.

Meer over dit onderwerp lees je in de Roots van november 2018.

Foto: Anja Brouwer


Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief

Ontvang elke week het laatste natuurnieuws van Roots!


Meer Nieuws