2018 was een slecht jaar voor slakken

René Alblas

3 januari 2019 .

Voor de slakken was 2018 een slecht jaar. De warme en droge zomer heeft onder huisjesslakken en naaktslakken flink huis gehouden. Goed nieuws voor tuinliefhebbers, maar slecht nieuws voor de natuur.

Er komen in Nederland zo’n honderddertig soorten landslakken voor. Tachtig procent daarvan draagt een huisje, bij de overige twintig procent ontbreekt een huisje. Dat zijn de naaktslakken, die bij tuinders niet geliefd zijn. Het weke lichaam van een slak bestaat voor het grootste deel uit vocht en de dieren gebruiken bij de voortbeweging ook vocht (de bekende slijmsporen), daarom zijn ze zeer gevoelig voor uitdroging. Geen wonder dus dat ze veel last hadden van de droge zomer.

In de bodem

Slakken zijn vooral actief bij vochtig weer. Na een zomers regenbuitje kunnen er plotseling flinke aantallen naakt- en huisjesslakken rondkruipen. Behalve bij regen, zijn slakken met name ’s nachts (bij dauw) actief. Bij droogte verstoppen ze zich. Ze verstoppen zich op schaduwrijke plaatsen, onder hout en stenen. Naaktslakken kruipen ook vaak in de grond. Ze kruipen dan naar de vochtige lagen in de bodem, maar door de sterke daling van het grondwaterpeil, was dat geen oplossing voor de vochtzoekende slakken.

Afgelopen zomer konden slakkentellers nauwelijks nog levende huisjes- en naaktslakken vinden. Vooral op plaatsen die snel opwarmen en uitdrogen, zoals duingebieden, was het aantal levende dieren extreem laag. Alleen langs waterkanten en vochtig blijvende plekken in schaduwrijke bossen waren nog slakken te vinden. De lage slakkenstand hield ook in de weken na de droogte aan. Ook in de bebouwde gebieden, zoals tuinen en parken, waren zelfs in oktober nog weinig slakken te zien.

Import versus inheems

De slakkensoorten die in droge duingebieden nog wél gevonden werden, waren vooral ingevoerde, van oorsprong meer zuidelijke soorten. Soorten zoals  de slanke duinhoren, de zandslak en de gekielde loofslak zijn in hun oorspronkelijke herkomstgebied (landen rondom de Middellandse Zee) beter bestand tegen droge perioden. Veel soorten kennen bijvoorbeeld een periode van estivatie (een soort zomerslaap). Ze klimmen dan omhoog in planten of palen om zo te ontsnappen aan van de bodem uitstralende hitte. Ze scheiden een mucuslaagje (slijm) uit dat na indroging de opening van het slakkenhuisje afsluit, zodat ze waterverlies vermijden. Dit werkt goed tijdens niet al te lang durende droogteperioden.

Veel van de inheemse soorten kruipen weg in mos, onder hout en tussen de (aanvankelijk nog vochtige) plantenwortels. Helaas heeft dat met name de kleinere inheemse huisjesslakken weinig gebaat deze zomer.

Gevolgen

Wat het exacte gevolg is van deze slakkensterfte is nog niet duidelijk. Maar het zal zeker effect hebben voor bepaalde zoogdieren en vogels die veel slakken eten.  Zo meldden diverse egelopvangcentra dit jaar al opvallend veel egels die veel te mager zijn. Ook kikkers en padden kunnen last hebben van een lage slakkenstand.

Foto: Monique Reinders

 

 


Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief

Ontvang elke week het laatste natuurnieuws van Roots!


Meer Nieuws