Macrofotografie met wind: zo doe je dat

René Alblas

29 mei 2019 .

In de serie “Uitgelicht” bespreekt een natuurfotograaf zijn of haar (recent gemaakte) foto. Deze keer vertelt Roots fotoblogger Constant van Bommel over macrofotografie met wind , best lastig!

Op een onstuimige voorjaarsavond trok ik er met mijn camera op uit. Toen ik in het natuurgebied was aangekomen, was de wind tot stormkracht aangewakkerd. Tot mijn verrassing zat in het hoge gras een koninginnenpage verscholen. Voorzichtig sloop ik dichterbij met de camera in de aanslag.
Maar de wind zorgde ervoor dat het fotograferen een hele uitdaging was!

Beweging

Als het onderwerp dat je wilt fotograferen in beweging is, kan onscherpte ontstaan in de foto. In macro fotografie (waar je toch al vaak met geringe scherptediepte werkt) is dat in het algemeen niet de bedoeling. Hoewel je in sommige gevallen juist bewegingsonscherpte kunt gebruiken om een creatieve macro foto te maken.

Ik heb bij het maken van deze foto geprobeerd rekening te houden met al deze factoren. Maar daarbij heb ik het maximum van mijn camera opgezocht.  Soms kun je dus niet helemaal de instellingen kiezen die je zou willen voor een bepaalde foto. Dan moet je een keuze maken en werken met de middelen die je hebt.

Probleem opgelost

Om bewegingsonscherpte te voorkomen had ik mijn camera al op statief gezet. Nu moest ik alleen nog de beweging van mijn onderwerp opvangen. Door een mix te kiezen van ISO waarde, sluitertijd en diafragma kwam ik tot dit eindresultaat. Daarbij heb ik mijn ISO vrij laag gehouden om ruis te voorkomen. Dat ging dus wel ten koste van mijn sluitertijd die hier eigenlijk te lang was. De oplossing van dit probleem: wachten tot de wind iets ging liggen. Zodat ik ondanks mijn (iets) langere sluitertijd toch scherp kon fotograferen. En dat lukte!

Techniek

Camera Canon 70d met 100 millimeter macro lens, diafragma f/5.0, ISO 200 en sluitertijd 1/10.

Tips

– Om te bepalen of je nog uit de hand kunt fotograferen is het volgende ezelsbruggetje handig: het brandpunt bepaalt de minimale sluitertijd. Bijvoorbeeld: bij 200 millimeter gebruik je maximaal 1/200 seconde. Bij langere sluitertijden moet je een statief gebruiken.

– Om beweging op te vangen kies je een kortere (snellere) sluitertijd. Dat betekent natuurlijk wel dat je diafragma verder open moet. Dus je krijgt een kleinere scherptediepte.

– Ook de lens die je gebruikt heeft invloed op de hoeveelheid licht. Een 400 millimeter telelens met als grootste diafragmaopening f/2,8 beschikt over 4 keer meer licht dan een vergelijkbaar objectief met f/5,6 als maximale opening.

– Met een hogere ISO waarde kun je snellere sluitertijden gebruiken. Maar een hogere ISO kan ook weer meer ruis geven.

– Soms kun je met je eigen lichaam een soort windscherm maken, waardoor je (macro) onderwerp net iets minder wind vangt.

Kijk hier voor nog meer Uitgelichte foto’s


Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief

Ontvang elke week het laatste natuurnieuws van Roots!


Meer Natuurfotografie