Evolutie in de achtertuin: stadse tuinslak blijkt vaker geel

Daniël Mulder

7 juli 2019 .

Tuinslakken

Grove snail or brown-lipped snail without dark bandings, Cepaea nemoralis, in front of white background

Tuinslakken in de stad hebben lichter gekleurde huisjes dan hun soortgenoten in graslanden en natuurgebieden. Zijn stadsslakken zich aan het aanpassen aan de warmte in de stad?

Wat doe je als mens wanneer het heet is? Je past je leefwijze aan. Gordijnen dicht om de zon buiten te houden, luchtige kleding aan. Onderzoekers van Naturalis hebben ontdekt dat in de dierenwereld iets soortgelijks voorkomt. De gewone tuinslak, die bijna iedereen met een tuin weleens heeft gezien, lijkt zich aan te passen aan het warmere klimaat in de stad. “Dit is een vorm van stadsevolutie”, stelt onderzoeker Niels Kerstes. Hij is betrokken bij SnailSnap, een app die burgers betrekt bij wetenschappelijk onderzoek.

Tuinslakken

Amsterdamse slakken

De gewone tuinslak (Cepaea nemoralis) vind je overal in Nederland. In tuinen natuurlijk, maar ook in stadsparken en natuurterreinen. Tuinslakken zijn er in drie verschillende kleuren: geel, roze en bruin. “We onderzoeken of door verandering van het klimaat en verstedelijking de slakkenhuisjes bij stadse tuinslakken lichter van kleur zijn dan die van tuinslakken die niet in de stad leven”, vertelt Kerstes. “De kleur van het huisje van de tuinslak bepaalt namelijk hoe goed een slak kan omgaan met hitte en droogte. Een slak met een lichtgeel huisje warmt bijvoorbeeld minder snel op dan een slak met een donkerbruin huisje. Kortom: slakken die in het centrum van Amsterdam leven, hebben wat temperatuur betreft waarschijnlijk meer aan een lichtgeel huisje dan een donkerbruine.”

TuinslakkenSnailSnap

De evolutie betrappen in de achtertuin, dat is precies wat het SnailSnap-onderzoek vanuit Naturalis voor ogen heeft. Kerstes: “Slakken zijn heel geschikt voor dit onderzoek. Ze lopen niet snel weg als je een foto wilt maken, je vindt ze overal en bijna iedereen kent ze.” In 2017 was de aftrap van het citizen science-project, ook wel burgerwetenschap genoemd. Het idee is eenvoudig. Je downloadt de app, je maakt met je smartphone een foto van een tuinslak en die gaat naar de website waarneming.nl.

Kerstes: “Er zijn 9.483 foto’s ingestuurd, maar omdat sommige foto’s bijvoorbeeld onscherp waren, bleven er 7.868 geschikte beelden over.” Een team van vrijwilligers beoordeelt de foto’s aan de hand van een aantal punten, zoals de kleur van het slakkenhuis en het aantal ‘banden’ op een huisje.

Hitte in de huisjes

De uitkomsten over 2017, waarvan de resultaten nog niet officieel zijn gepubliceerd, staan beschreven in het rapport Snail shell colour evolution in urban heat islands detected via citizen science. De gegevens uit de database van SnailSnap suggereren dat de vermoedens van Kerstes en zijn collega’s kloppen. “Het aandeel gele slakken in de stad lijkt hoger dan buiten de stad. Het verschil is niet zo groot, maar het is er wel. Als je alle waarnemingen uit Nederland op een hoop gooit, dan vinden we dat buiten de stad zo’n 50 procent van de slakken geel is. In de stad is dat zo’n 55 procent. Maar lokaal zijn deze verschillen groter, omdat ook andere factoren invloed hebben op de kleur van de huisjes, bijvoorbeeld hoe vaak het regent en verschillen in temperatuur (los van het hitte-eiland), want in het zuiden is het warmer dan in het noorden.”

Lees verder

Wil je meer weten over stadsslakken en evolutie? Het complete artikel waarin dieper op het onderzoek wordt ingegaan lees in de Roots van juli 2019. Deze bestel je hier eenvoudig online.

Word ook een Darwin

Wil je meedoen aan slakkenonderzoek? Dat kan ook. SnailSnap-onderzoeker Niels Kerstes is namelijk benieuwd welke effecten de zomer van 2018 heeft gehad op de gewone tuinslak. Stuur daarom ook dit jaar foto’s in voor het SnailSnap-project. Om mee te doen, download je hier gratis via Google Play de app ‘SnailSnap’.

Foto header: iStock


Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief

Ontvang elke week het laatste natuurnieuws van Roots!


Meer Nieuws