Een close-up van een keizerlibel

René Alblas

10 juli 2019 .

In de serie “Uitgelicht” bespreekt een natuurfotograaf zijn of haar (recent gemaakte) foto. Deze keer: een keizerlibel in close-up. Roots fotoblogger Bjorn van Lieshout vertelt. 

De late lente en de vroege zomer zijn “zware tijden” voor macroliefhebbers. Niet alleen zijn er rond deze tijd veel onderwerpen om te fotograferen, maar om ze mooi te kunnen vastleggen moet je ook nog eens heel vroeg opstaan. Als de zon rond vijf uur ’s morgens opkomt, loopt de wekker om vier uur af.

Zo sta ik dus om vijf uur in het bedauwde veld te genieten van de zonsopkomst. Ik heb nog geen onderwerp gevonden om te fotograferen, maar dat komt wel. Soms moet je gewoon stilstaan en opgaan in het moment. Als ik een kwartier later nog steeds geen onderwerp heb gevonden begin ik hem toch een beetje te knijpen. Waar zijn al die vlinders en libellen heen? Enkele dagen geleden vlogen ze hier nog volop.

Gelukkig vind ik even later een mooie libel in het gras. Het is een keizerlibel; een prachtige grote soort met mooie kleuren. Ik heb geluk, want hij zit helemaal onder de dauwdruppels. Ik stel mijn camera op en maak enkele foto’s van de libel in zijn omgeving. Leuk, maar ik ben nog niet tevreden. Voorzichtig schuif ik mijn camera wat dichterbij voor een paar close-ups.

Dichterbij

Ik doe er nogal licht over; gewoon de camera een beetje dichterbij schuiven en dan kun je close-up foto’s maken, maar er komt toch wel iets meer bij kijken. Het eerste waar je goed op moet letten bij dit soort foto’s is de scherptediepte, want hoe dichter je bij je onderwerp komt, hoe kleiner deze wordt. Je moet dus een positie kiezen waarbij je toch nog voldoende scherptediepte hebt. Het tweede belangrijke punt is de vlakverdeling. Het is de kunst om een compositie te maken die in balans is en de kijker uitnodigt om langer naar de foto te kijken.

Ik probeer veel verschillende composities uit. Sommige werken, andere niet. Uiteindelijk vind ik de compositie die precies laat zien wat ik weer wil geven. De aandacht gaat niet alleen naar de dauwdruppels op de vleugels, maar ook naar de aanhechting van de vleugels. Overal in het beeld komen geometrische vormen terug die de basis vormen van de compositie.

Welk diafragma?

Om voldoende scherptediepte te krijgen in deze super-close-opname moet het diafragma-getal zo hoog mogelijk zijn. Maar een te hoog diafragma-getal betekent ook een langere sluitertijd en dus een grotere kans op een onscherpe foto. Het lijkt dan logisch om de camera in te stellen op diafragma-prioriteit. Ik draai het vaak om en stel de sluitertijd in waarbij ik nog een scherpe foto krijg. Er was niet veel wind en uit een paar proeffoto’s bleek dat 1/80 seconde de traagste sluitertijd was die consistent scherpe foto’s opleverde. Dat vormde, samen met een ISO van 400, de basis van de belichting. Doordat ik 1.7 stop overbelichtte kreeg ik een bijbehorend diafragma van f/6.3. Dit bleek precies voldoende om zowel de druppels op de vleugelrand, als de aanhechting van de vleugels scherp te krijgen.

De tips van Bjorn

  • Het maken van een goede compositie is niet gemakkelijk. Smaken verschillen nou eenmaal. Wat de één mooi vindt, kan een ander totaal niet boeien. neem je tijd om uit te vinden wat jij het mooiste vindt. Er zijn enkele basisregels voor het maken van een goede compositie. Denk daarbij aan de gulden snede regel en de eenderde/tweederde regel. Als je ze kent en weet waarom ze werken kun je ze toepassen, of  juist niet.
  • Scherptediepte wordt ook wel aangeduid met de term DOF, wat ‘Depth Of Field’ betekent. Op internet en in de app-stores zijn verschillende DOF-calculators te downloaden. Dit kan een handig hulpmiddel zijn in het veld, of op zijn minst een gereedschap om vertrouwd te raken met de scherptediepte en de factoren waar deze van afhankelijk is.

Kijk hier voor nog meer Uitgelichte foto’s


Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief

Ontvang elke week het laatste natuurnieuws van Roots!


Meer Nieuws