Kom binnen wolf, en vertrek

Daniël Mulder

31 maart 2014 .

Op een dode wolf na, die ook nog eens via de kofferbak de grens over is geglipt, is er nog altijd geen wolf gesignaleerd in Nederland. Toch is de overheid niet van plan zich te laten verrassen door een wolf die per ongeluk iets te ver doorloopt vanuit Duitsland, want er ligt al een 68 pagina’s dik advies klaar met de vage titel Voorstel voor een wolvenplan voor Nederland. Er staan zinnen in die veel weg hebben van een moeras, zoals: ‘Burgerparticipatie vormt een sleutelbenadering in het beheer van wolf-mens-conflicten en vereist ook voorlichting over zaken die met de aanwezigheid van wolven samenhangen.’

Waarom staat ruim de helft van Nederland (Bureau Intomart onderzocht het in 2012) bij de grens met taart te wachten op dit roofdier? Waar komt dat verlangen naar de wolf toch vandaan? Ik denk omdat mensen verlangen naar wildernis.

Filosoof Martin Drenthen, die in Grenzen aan wildheid het wildernisverlangen onderzocht, zei eens tegen mij: “Een paar honderd jaar geleden waren de mensen vooral bang voor de wildernis. Dat was iets duivels, een plaats waar het moreel corrupt was. Als mensen met een postkoets door de Alpen reden, gingen de gordijntjes dicht, want alleen al kijken naar de wildernis kon je ziel bederven. Pas later kwam de gedachte op dat de wildernis een plaats was waar je werd overweldigd, waar onverwachte dingen konden gebeuren. Dat is wat mensen tegenwoordig bedoelen als ze zeggen dat ze verlangen naar de wildernis. Ze bedoelen dan een plek waar de natuur niet op bestelling wordt geleverd, zoals met een safari. Ze bedoelen een plek waar het toeval en het gevaar nog prominent zijn.”

Kortom: mensen verlangen naar een bos met een wolf, die voor je neus staat terwijl je net de blauwe paaltjesroute liep. Gelukkig staat in het Wolvenplan hoe je moet reageren in dit soort situaties:

1. Respecteer de wolf

2. Neem langzaam afstand

3. Als de wolf te dichtbij komt, luid spreken en gebaren maken

4. Loop de wolf niet achterna

5. Voer de wolf niet

Overigens denk ik dat ik een wolf niet eens zou herkennen. Ik zou denken dat het een wolfshond is en mopperen dat het niet is aangelijnd terwijl ik met twee kleintjes een boswandeling maak. Als ik hem wel zou herkennen zou ik luid spreken en zeggen: “Er is een wolvenlobby gaande in Nederland. Jullie zijn zelfs officieel welkom en beschermd. Wantrouw het wolf, want de mens is een wolf in schaapskleren.”


Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief

Ontvang elke week het laatste natuurnieuws van Roots!


Meer Blog