Lenteverdriet op een zandpad

Daniël Mulder

20 april 2015 .

DOOR: DANIËL MULDER

Het uitlopen van jong beukenblad is de botanische versie van rokjesdag. Dat onbezonnen groen, dat fluwelen blad dat schittert in de zon, het beneemt mij jaarlijks de adem. Die ademnood is in strijd met het voorjaar, want lente is de tijd dat het landschap volop uitademt en zich ontspant.

Langs een verlaten zandpad in de Achterhoek (wat zijn daar veel paden zonder mensen!) probeerde ik het verse beukengroen te fotograferen. Ineens klonk het achter mij: “Verschrikkelijk toch, dat het ieder jaar opnieuw lente wordt.” Vrouwenstem. Ik draaide mij om en zag een vrouw met in haar gezicht veel paadjes van verdriet. Haar in een slordige staart, paarse oorbellen, kleurrijke bloemetjesjurk. Geen rok. Haar leeftijd gokken was onmogelijk. Ook haar kleur ogen waren onbepaalbaar.

“Waarom is dat zo verschrikkelijk?”, vroeg ik met onvaste stem, want ik had nog geen mens begroet die dag.
“De lente ontkent het verleden. Nu alles weer groen wordt is het alsof er afgelopen jaar niets is gebeurd, alsof er geen mensen zijn gestorven. De lente is als een golf die onze sporen in het zand op het strand wist.” Ze plukte ondertussen een vers beukenblaadje en gooide dat op de grond.

Ik moest deze woorden laten doordringen, want dit had niets met het geluksgevoel van mijn lente te maken.
“Daar weet je niets op te zeggen hé…” Ze liep weg. Ik keek haar na. Ze wandelde niet helemaal recht, dat zag ik aan haar voetsporen die ze achterliet in het zandpad. Voor mijn voeten lag het gekreukte beukenblaadje in het zand. Het glansde nog, maar vast niet lang meer.


Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief

Ontvang elke week het laatste natuurnieuws van Roots!


Meer Bladgroen