Bronstige damherten

Paul Bohre

8 oktober 2021 .

Oktober is toptijd voor de bronstige damherten. Een waar spektakel dat je van dichtbij kunt zien en horen op diverse plekken in het land. De bronstige damherten slijpen de messen!

 

Het is een prachtig mistige herfstochtend in Zuid-Kennemerland. We rijden in alle vroegte langzaam het nationale park in. Boswachter Ruud Maaskant wijst binnen een paar minuten op twee reeën, snoepend van bladeren. “Een bok en een geit. Voor de reeën is het nu het einde van de bronsttijd, voor de damherten begint het juist. De zogenoemde voorbronst. Vanaf augustus vegen ze hun verse bastgewei langs de boomstammen en struiken. Zo zetten ze hun eerste geuren af en slijpen de messen.“

 

Minder kieskeurig

Het terrein wordt steeds opener. Maaskant: “Dit is het favoriete gebied van de damherten: gemengd bos met open velden ertussen. Deze dieren zijn winterhard, ze gedijen goed in ons gematigde klimaat en zijn minder kieskeurig dan reeën. Ze eten ook ‘ruwer’ voedsel zoals vooral gras en kruiden, dat is hier in overvloed te vinden. ’s Winters schrapen ze met hun scherpe voortanden en harde gehemelte moeiteloos de bast van verschillende bomen af, zoals de kardinaalsmuts.”

Bronstige damherten

In de loop van de zomer krijgen de damherten nieuwe geweien. Foto Ruud Maaskant

 

Van spitser tot schoffel

Terwijl we langzaam het gebied doorkruisen met de dienstwagen, komen we het eerste groepje damherten tegen. Een paar hindes en kalfjes en een bok met een prachtig viltig lichtgekleurd bastgewei. “Dat vegen van zijn gewei gebeurt in het begin heel voorzichtig, want als hij dat te hard doet, gaat het bloeden. Naarmate ze vaker vegen, worden de stangen steeds harder. Daarmee slijpen ze in feite de messen, om het zomaar te zeggen: het begin van een zeer spectaculaire periode in het leven van het damhert: de bronst.”

Het eerste gewei van een jong hert bestaat uit twee spitse geweitakken, de zogenoemde spitser. In het tweede jaar krijgen ze het kniepergewei, dat al wel vertakt is, maar zonder de kenmerkende bladen die ze vanaf hun derde levensjaar krijgen. Een van de belangrijkste kenmerken van de damhertbok is zijn fraaie schoffelgewei, met platen tussen de uiteinden. Maaskant: “Het hert dat we hier nu zien lopen, heeft zo’n fantastisch groot gewei. Ik schat hem een jaar of vier, vijf. Hij is nu in de kracht van zijn leven. Dat gevaarte dat hij op zijn hoofd draagt, moet een enorm gewicht zijn!”

Bronstige damherten

Vanaf half oktober neemt de bronstactiviteit toe: de herten beginnen steeds harder te knorren. Foto Ruud Maaskant

 

30% meer hert

Vanaf september neemt het testosterongehalte bij de bokken sterk toe, ze pompen zichzelf letterlijk op. “Ze krijgen dan dikke speknekken en hun adamsappel is dan supergroot. Ze nemen wel dertig procent in lichaamsgewicht toe. Door middel van klieren die zich tussen het gewei bevinden, zetten ze geuren af om te laten weten dat ze er zijn, en om de hindes te lokken. Ze graven dan met de voorpoten bronstgaten, waarin dan heftig geürineerd wordt, je ruikt ze dan echt al van verre”, aldus Maaskant. “Die zandige bronstkuilen zijn trouwens ook supergoed voor de biodiversiteit van het Zuid-Kennemerland. Op die open plekken komen weer zandbijen en harkwespen af, en de zandhagedis. En hun keutels worden begraven door mestkevers. Allemaal soorten die je hier anders niet zou hebben.”

Bronstige damherten

Uiteindelijk wordt er flink gevochten om de hindes. Het kan er wild aan toegaan. Foto Ruud Maaskant

 

Bronstige damherten

Afhankelijk van het weer is het vanaf oktober echt menens met het burlen. Maaskant: “Wanneer je dan door het gebied loopt, hoor je ze eigenlijk overal, ook overdag. De een noemt het brullen, de ander knorren. Het geluid dat ze dan maken, ligt daar een beetje tussenin. De bokken vechten uit wie de sterkste is, dat gepaard gaat met veel geweigekletter en luid geburl. Uiteindelijk komt het zogenoemde plaatshert – de dammer die als sterkste uit de strijd komt – in het midden te staan. De hindes en minder sterke herten draaien in rondjes eromheen, de kalfjes lopen er dwars doorheen. Ze rennen als gekken achter elkaar aan, waarbij de hindes meerdere keren worden gedekt. Dit gaat er zo wild aan toe dat er soms kalfjes onder de voet gelopen worden. Dit gaat zo door tot begin november, daarna keert de rust terug.”

 

Zelf damherten zien en horen

De meeste kans om zelf damherten te zien en te horen maak je in oktober. Het mooiste overzicht heb je vanaf de Konijnenberg en de Starrenberg in de Kennemerduinen. Wandel via ’t Wed richting Heilige Land en het Vogelmeer. Je maakt hier ook kans op vos, konik en ree. Je kunt ook mee met excursies. In de Amsterdamse Waterleiding Duinen hoor en zie je ze vooral rond het Oorlogsmonument bij het Eendenvlak en vanaf de Janneberg.

Of maak een prachtige Roots route door het gebied.

Foto’s Ruud Maaskant

 


Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief

Ontvang elke week het laatste natuurnieuws van Roots!


Meer Dieren