Ooievaars ruiken de geur van versgemaaid gras – en scoren zo snel een lekker maaltje

Marloes Blom

10 augustus 2021 .

ooievaars

a meadow with a hay press, wrapped hay bales and lots of white storks

Houd je ook zo van de geur van versgemaaid gras? Dan bevind je je in verrassend gezelschap van…. ooievaars. Heel logisch eigenlijk, als je je even verplaatst in een ooievaar. In net gemaaide gebieden kan hij eenvoudig een maaltje scoren – zoals een kikker die nog bekomt van de schrik van het maaien. Of de vele slakken die dan voor het oppikken liggen. Rest de vraag: hóe weten ooievaars die versgemaaide velden zo snel te vinden? Ze volgen hun ‘neus’, zo luidt het antwoord. 

Voor menigeen is het een vertrouwd gezicht, vooral in poldergebieden: ooievaars in graslanden. Op hun hoge stelten struinen ze door het grasland, hun vizier naar beneden gericht, druk pikkend in het gras. Vooral in augustus maak je kans grote groepen bij elkaar te zien. Het gros van de ooievaars begint later die maand namelijk aan de grote oversteek naar Afrika om daar te overwinteren. Maar ook de pakweg 20% die in Nederland overwintert zoekt maar wat graag een grasveld op.

Snackbuffet

Daar bevinden zich namelijk lekkere maaltjes, zoals muizen, kikkers, mollen en insecten. Het summum voor de ooievaar is een vers gemaaid grasland. Dan zijn die dieren nog aan het bijkomen van de schrik en bovendien goed zichtbaar. Ooievaars duiken zelfs tijdens het maaien soms al op, om die makkelijke maaltjes te scoren.

ooievaars

Ooievaars aan het voedsel zoeken bij het grasmaaien bij De Wijk in Drenthe. | Foto: Stijntje ten Caat

Ooievaars volgen met een Cessna

Wetenschappers van het Duitse Max Planck Institute for Chemistry in Mainz vermoedden dat ooievaars hun reukvermogen gebruikten om de vers gemaaide graslanden – en eenvoudig te verschalken hapjes – te vinden. Daarom bestudeerden ze zo’n zeventig ooievaars die fourageerden in de velden rond de Duitse stad Böhringen. Tijdens meerdere vliegtuigvluchten bepaalden ze waar de ooievaars zich bevonden ten opzichte van maaiactiviteiten.

Zodra een boer in de lente of vroege zomer begon te maaien, noteerden ze waar de ooievaars vlogen en hoe lang ze erover deden om bij het gemaaide veld te komen. Ze volgden daarbij alleen de ooievaars die meer dan zeshonderd meter uit de buurt van het maaiveld waren – die konden het maaien dus niet zien of horen. De wetenschappers vulden hun waarnemingen van ooievaars in de lucht aan met GPS data van enkele gezenderde ooievaars.

Goede (gras)speurneuzen

Zodra het maaien begon kwamen alleen de ooievaars die zich windafwaarts bevonden als de wiedeweerga af op het maaiveld. Of ‘m dat ook daadwerkelijk zat in de specifieke geur van versgemaaid gras testten de wetenschappers door wat vers gemaaid gras te verspreiden op een grasveld dat zo’n twee weken eerder al was gemaaid – en dus niet die zo kenmerkende geur had. Binnen korte tijd verschenen ook daar de eerste ooievaars. Tenslotte sprayden de wetenschappers een ander, al veel eerder gemaaid veld in met een middel dat sterk geurde naar vers gras. Ditmaal maakten ook ooievaars van nabijliggende gebieden al snel hun opwachting op dat specifieke grasveld.

Ooievaars speuren dus zeker niet alleen eten op met hun ogen, aldus de wetenschappers. Ze volgen óók hun neus om zich te verzekeren van een makkelijk maaltje. Het is aannemelijk dat het reukvermogen ook bij andere vogelsoorten een grotere rol speelt bij het fourageren dan voorheen werd gedacht, zo menen de onderzoekers.

ooievaars

Deze ooievaar vliegt ervandoor met een lekkere pier | Foto Burry van den Brink

BRONNEN: MAXX PLANCK GESELLSCHAFT | NATURE / SCIENTIFIC REPORTS | VOGELBESCHERMING
FOTO’S: iSTOCK (FOTO BOVENAAN) | STIJNTJE TEN CAAT | BURRY VAN DEN BRINK 

Meer over ooievaars

  • Hier vind je het volledige artikel ‘Smell of green leaf volatiles attracts white storks to freshly cut meadows’ in het wetenschappelijke tijdschrift Scientific Reports.
  • Heel lang dacht men dat vogels niet konden ruiken. Een logische gedachte, want je ziet ze nooit ergens aan ruiken zoals je een hond een andere hond ziet besnuffelen. Inmiddels weten we beter. Vogels kunnen wel degelijk ruiken. Naast de ooievaar, zijn ook deze vogels ware speurneuzen.
  • Rond 1970 waren ooievaars bijna uitgestorven in Nederland en stond deze vogel dus op de Rode Lijst. Maar na een fokprogramma en het uitzetten van deze weidevogels zijn er inmiddels weer vele broedparen. Zodra ze terug zijn in Nederland gaan ze op de versiertoer. Dit zijn dan de beste vijf plekken om ze te spotten.
  • ‘Onze’ witte ooievaar heeft al behoorlijk grote vleugels. Maar die zijn nog bescheiden vergeleken met de vleugels van zijn – iets minder aantrekkelijk ogende – zus: de Afrikaanse maraboe. Met een spanwijdte van bijna drie meter vertegenwoordigt die zijn soort in de Top 10 vogels met de grootste spanwijdte.


Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief

Ontvang elke week het laatste natuurnieuws van Roots!


Meer Nieuws