Van wildernis naar natuurtuin: de tuin van Ruurd-Jelle

Adinda van Kuijk

19 mei 2021 .

Grote wolbij. Foto: Ruurd-Jelle van der Leij

Tekst & foto’s Ruurd-Jelle van der Leij

Nieuwe aanwinsten

Nu de tuin volop in bloei staat, duikt ook de ene na de andere nieuwe bijensoort op. Wilde bijen hebben tegenwoordig een soort heilige status, dus bij iedere nieuwe soort die ik hier tel ben ik gelukkig. Naast de soorten die alle bloemen afgaan voor stuifmeel en nectar, zijn er de specialisten die een of twee soorten bloemen bezoeken; juist die hebben het zwaar als die bloemen niet te vinden zijn. Ik vroeg me af of ik die soorten wel kon aantrekken; door veel te lezen en te zoeken op internet kwam ik tot een combinatie van planten in de borders waarmee ik hoopte een aantal leuke bijen aan te trekken. Ecologen zien het liefst wilde inheemse planten, maar dat is niet altijd haalbaar. Gelukkig kun je de bijen ook lokken met cultivars, gekweekte planten die in een tuincentrum te krijgen zijn. Zo plantte ik kattenkruid in de tuin. Hier komen meerdere soorten bijen op af, maar ik was uit op de andoornbij, een zeldzame soort. Juist van die soort doken meteen zowel man als vrouw op en dat voor het tweede jaar op rij! Je vraagt je wel eens af hoe een zeldzame soort meteen al het eerste jaar opduikt op een plant die net twee maanden in je tuin staat. 

Klokjesdikpoten. Foto: Ruurd-Jelle van der Leij

Ik plantte ook het prachtklokje. Daar komen de grote klokjesbij en klokjesdikpoot op af. Die halen niet alleen voedsel uit de bloem, maar slapen er ook in. Toen de plant volop klokjes had ging ik ‘s avonds op inspectie en ja hoor, bingo: ik trof maar liefst drie klokjesdikpoten in de ene bloem en meerdere grote klokjesbijen in de andere aan, soms samen met een klokjesdikpoot.

Zo trof ik ook de gewone slobkousbij op de wederik, de pluimvoetbij op havikskruid en de grote wolbij op de betonie. Die laatste soort is trouwens ook op een andere manier te lokken: ze maken gebruik van ‘wol’ in hun nest en halen dit van bladeren van onder andere ezelsoor. Die kun je dus speciaal voor haar neerzetten. Dat heb ik ook gedaan en behalve ezelsoor haalden de bijen ook wol van de prikneus. Ze rollen de haren van het blad tot een compact bolletje en vliegen er mee weg. 

Grote kattenstaart. Foto: iStock

 

Natuurlijk lukt mijn bijenlokkerij niet altijd. Maar als er al geen bijen op een nieuwe plant afkomen, lokken die wel zweefvliegen, vlinders of andere insectensoorten aan. En dat maakt van elke nieuwe plantensoort in de tuin in principe een aanwinst. Met de aanplant van de grote kattenstaart bij de vijver is het wachten nu op de kattenstaartdikpoot. Een bijensoort die in Noord-Nederland nog niet echt gezien is, maar dat kan snel anders zijn. Zo trof ik in 2017 de eerste klimopbij van Noord-Nederland in mijn tuin aan, met nesten en al. Nu worden deze bijen in grote aantallen in heel Noord-Nederland waargenomen. Gelukkig zijn er dus ook bijensoorten waar het heel goed mee gaat.

In het Roots juni-nummer dat hier te bestellen is geeft Ruurd-Jelle nog meer tuintips!

 

Foto bovenaan: Ruurd-Jelle van der Leij


Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief

Ontvang elke week het laatste natuurnieuws van Roots!


Meer Nieuws