Heideblauwtjes fotograferen, zo doe je dat

René Alblas

29 juni 2018 .

In de serie “Uitgelicht” bespreekt een natuurfotograaf zijn of haar recent gemaakte foto. Deze keer vertelt Bjorn van Lieshout over zijn foto van een heideblauwtje.

Doorzettingsvermogen

Afgelopen september ben ik begonnen met de IVN natuurgidsenopleiding. Eén van de hoogtepunten van deze cursus is een intensief excursieweekend in de Mariapeel. Ondanks het drukke programma waren er toch een paar mogelijkheden om te fotograferen. En om me goed voor te bereiden ben ik op waarneming.nl gaan lezen wat ik kon verwachten. Ik kijk altijd naar de waarnemingen van de afgelopen twee weken.

De Mariapeel is een hoogveengebied. De planten en dieren die hier leven, zijn hierop aangepast. Bij mijn zoektocht op waarneming.nl kwam ik veel bijzondere soorten tegen, maar de soort die meteen tot mijn verbeelding sprak was het heideblauwtje. Het was alweer bijna tien jaar geleden dat ik deze mooie, kleine vlindertjes heb gefotografeerd, dus wilde ik die graag weer een keertje voor de lens hebben.

Een goede voorbereiding

In mijn vorige bijdrage aan deze rubriek schreef ik al dat het voor natuurfotografen belangrijk is om kennis te hebben van de natuur. Dit vind ik zo belangrijk dat ik het nu opnieuw wil benadrukken. Wanneer je op internet het heideblauwtje opzoekt kun je namelijk veel belangrijke informatie vinden. Ik zal er even twee belangrijke punten uitlichten:

1: De waardplant van het heideblauwtje is de dophei (Erica). Dit geeft me een goed startpunt voor de zoektocht naar dit vlindertje. In plaats van lukraak het hele gebied afzoeken, kan ik me dus concentreren op de gebieden waar de dopheide bloeit.

2: De rupsen van het heideblauwtje zijn afhankelijk van mieren. De mieren beschermen de rups en de pop, in ruil voor een zoete stof die de rupsen kunnen afscheiden. Dit betekent dat ik dus niet als een dolle door het veld moet gaan lopen. Als ik de mierennesten vertrap breng ik ook de toekomst van het heideblauwtje in gevaar.

Drie maal is scheepsrecht

Ik had in dat weekend drie vrije momenten om te fotograferen. Dan moest het dus gaan gebeuren.

Tijdens de eerste wandeling heb ik het gebied een beetje verkend. Ik heb veel prachtige (en ook zeldzame) vlinders gezien, alleen geen heideblauwtje.

De tweede wandeling was minder succesvol. Ik heb veel dophei gevonden, maar er was geen heideblauwtje te bekennen. Er waren sowieso maar weinig vlinders te vinden.

Het kwam dus allemaal aan op die laatste wandeling. Het pad dat ik die ochtend had gekozen leek echter niet veelbelovend. Het pad was aan beide zijden begroeid met hoge adelaarsvarens. De moed zakte al in mijn schoenen. Ik wilde mijn missie al bijna opgeven, maar besloot toch nog een klein stukje door te lopen. Een eindje verder ontdekte ik een klein pad dat naar een open plek leidde waar veel dophei bloeide. Het duurde niet lang voordat ik het eerste heideblauwtje had gevonden. En net als de icarusblauwtjes zoeken deze vlinders elkaar op als ze gaan slapen. Op een stukje van niet meer dat drie vierkante meter vond ik een tiental heideblauwtjes bij elkaar. De meesten sliepen nog, maar eentje begon al een beetje wakker te worden. Deze klom boven op de dophei om even mooi voor mij te poseren. Omdat ik de moed niet heb opgegeven is het me uiteindelijk toch gelukt om met een mooie foto van het heideblauwtje thuis te komen.

Deze foto is genomen met een 150 millimeter macrolens. De belichting was f/7.1, sluitertijd 1/60 en ISO 400.

Tips van Bjorn

• Leer je onderwerpen kennen. Ik kan er niet genoeg op hameren hoe belangrijk dit is. Een goede kennis van je onderwerp zorgt er voor dat je mooiere foto’s kunt maken en beter kunt inspelen op bijzondere momenten.

• Geef niet op! Dit lijkt misschien een voor de hand liggende tip, het gebeurt echter maar al te vaak dat je minder gemotiveerd bent en liever terug naar huis gaat. Er is nog nooit iemand geweest die een mooie foto heeft gemaakt door de moed op te geven.

• Tot slot nog even een praktische tip: wanneer je gaat fotograferen met weinig licht krijg je ook te maken met lange sluitertijden. Door gebruik te maken van een statief kun je trillingen van de camera minimaliseren en ook met langere sluitertijden nog scherpe foto’s maken.

Wil je meer foto’s zien die ik heb gemaakt in de Mariapeel? Kijk dan op mijn Facebookpagina.

Kijk hier voor nog meer “uitgelichte” foto’s.

heideblauwtje


Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief

Ontvang elke week het laatste natuurnieuws van Roots!


Meer Uitgelicht