Natuurfotograferen met flitslicht, een mooie uitdaging

René Alblas

25 september 2019 .

In de serie “Uitgelicht” bespreekt een natuurfotograaf zijn of haar foto. Deze keer vertelt Roots fotoblogger Lars Soerink over natuurfotograferen met flitslicht. Twee visdieven op een onbewoond eiland in Ierland.

“Er zijn van die reportages en reizen waarop het niet wil lukken. Ik was voor een periode van enkele weken afgereisd naar Ierland, om er een reportage te maken over het leven op onbewoonde eilanden, de marges van het Europese continent waar Atlantische Oceaan en land samenkomen. Het weer zat tegen. Vogels lieten zich niet of nauwelijks zien en dagenlang bracht ik noodgedwongen door in mijn tentje. Tot die laatste dag; minder dan 24 uur voordat ik samen met mijn reisgenoot terug moest naar het vliegveld, kwam er een weeromslag, ditmaal ten goede. Goede dingen gebeuren vaak pas als je denkt al compleet gefaald te hebben…

Onbewoond eiland

Het eilandje huisvest geen mensen, wel een flinke kolonie sterns: visdieven, noordse sterns en enkele grote sterns. Deze visdieven kwamen terug van zee op het einde van de laatste dag van de reportage, in het laatste licht. Het was, vrij letterlijk, een van de laatste foto’s die ik kon maken voor het licht uit ging. Het is ook een moment dat ik nooit meer zal vergeten. In zekere zin staat het voor mij model voor hoe, juist op momenten dat ik eigenlijk de handdoek al in de ring heb gegooid, de natuur je een geluksmoment toewerpt. Al moet je daar op dat moment wel ontvankelijk voor zijn. Ook als ik met een telelens werk, houd ik daarom graag een tweede camera met een wijder perspectief onder handbereik. In dit geval had ik daar al een flitser met softbox aan een krulsnoer bij klaargelegd. Het beeld zat al wekenlang in mijn hoofd, maar grijze omstandigheden maakten de uitvoering onmogelijk.

Flitsen in de natuur

Flitslicht in de natuurfotografie wordt niet door iedereen omarmd. Wat is er ook eigenlijk mooier dan het natuurlijke spel van licht en leven? Toch gebruik ik veel kunstlicht, juist om iets van zeggingskracht terug te vinden. In een foto verlies je immers al zoveel; geluid en geur, alles buiten het beeldkader wordt geëlimineerd. Wat overblijft moet dus wel zeer goed zijn om nog mensen te kunnen raken.
In deze foto zijn een paar zaken belangrijk. Los van de inhoud van het beeld (twee vogels op het juiste moment op de juiste plek) is de sluitertijd cruciaal. Een te lange sluitertijd gaf een onbeheersbare bewegingsonscherpte. Een te korte sluitertijd was simpelweg niet mogelijk in het verdwijnende licht. Het ging erom daglicht te mengen met een subtiele hoeveelheid flitslicht. Teveel flitslicht zou de foto ruïneren. Een ‘balancing act’ waarin ervaring en eindeloos testen erg helpen. Je moet je materiaal kennen om het ‘in het echie’ te kunnen doen. De flitslichtmeting van camera’s is heel verschillend, de ene camera (zelfs van hetzelfde merk) reageert anders dan de andere. De Nikon D3 waarmee dit beeld gefotografeerd is, probeert zelf al een balans te vinden tussen flits- en omgevingslicht en probeert uitbijten van hoge lichten tegen te gaan. Maar dat lukt alleen goed als het oppervlak dat je met de flits verlicht, voldoende groot is. Flits je tegen iets kleins (zoals deze sterns, die maar een paar procent van het beeldoppervlak innemen) dan zal je de flits-output handmatig moeten verminderen om overbelichten te voorkomen.

Techniek

Ik stelde een sluitertijd van 1/30 seconde in, een diafragma van f/5.6 zou op de 17-35 millimeter groothoeklens voldoende scherptediepte geven. De sterns zijn behoorlijk driedimensionaal, te weinig scherptediepte (bijvoorbeeld f/2.8) zou scherptediepteproblemen opleveren. Ik gebruikte de ISO-instelling om de belichting vervolgens mee te regelen. In dit beeld is ISO de minst belangrijke van de drie variabelen. Op moderne camera’s is ISO 3.200 perfect bruikbaar. De foto belichtte ik twee stops onder ten opzichte van de lucht. Ik gokte erop dat een flits-belichtingscorrectie van -3 stops zou voorkomen dat de sterns ‘eraan zouden gaan’ in het licht. Ook de richting en kwaliteit van het flitslicht is belangrijk: hier hield ik de flitser (in een kleine 20 x 30 centimeter softbox van Photoflex) in mijn gestrekte linkerarm. Zover mogelijk weg van de lens als ik kon, om rode ogen en een ‘platgeslagen’ look tegen te gaan. De camera drukte ik stevig tegen mijn linkerschouder om bewegingsonscherpte te voorkomen.”

natuurfotograferen met flitslicht

Goed flitsen in de natuur, dat betekent op subtiele wijze een extra lichtje toevoegen

Natuurfotograferen met flitslicht : Tips van Lars

Natuurfotograferen met flitslicht doe je niet zomaar. Lars geeft een aantal van zijn “geheimen” prijs:

• Veel oefenen is nodig. Een paar pluche knuffelbeesten kunnen daar ontzettend bij helpen, want je wilt niet op hét moment nog moeten ontdekken hoe je materiaal eigenlijk werkt. Flitslicht is voor wilde dieren niet fijn, dus hier gedoseerd en verantwoord mee omgaan is een verantwoordelijkheid die je best op je kan nemen!

• Gebruik je flitser als het maar enigszins mogelijk is, niet bovenop de camera. Er zijn handige krulsnoeren en draadloze systemen te koop waarmee je de flitser een eindje van de camera af kan gebruiken. Een armlengte (zoals deze foto laat zien) maakt al een wereld van verschil. Het maakt natuurfotograferen met flitslicht veel aantrekkelijker.

• Gebruik een flitser liefst ook niet ‘kaal’ – hoe groter het afstraal-oppervlak, hoe zachter de lichtval. Een kleine softbox voor je flitser verandert lelijk licht in mooi licht. Een goede vriend raadde altijd een ijsdoos aan – liefst chocolade-ijs omdat die eerder leeg is (bij de liefhebbers) en de doos daardoor sneller beschikbaar. Met een gat in het deksel om je flitser in te steken is dat een perfect hulpmiddel. Je kunt de binnenkant van het deksel nog met aluminiumfolie bekleden voor een hogere lichtopbrengst. Zeker voor close-up fotografie een perfecte softbox!

Kijk hier voor nog meer Uitgelichte foto’s


Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief

Ontvang elke week het laatste natuurnieuws van Roots!


Meer Uitgelicht