DOOR: PAUL BÖHRE
We wonen met ons gezin inmiddels bijna een jaar in Schoorl. En we genieten volop van het superheldere licht, het ruisen van de wind door de duizenden Corsicaanse dennen en het geluid van de alsmaar lachende stormmeeuwen. Op een warme dag fietsen we dwars door de duinen naar Schoorl aan Zee. Op dit stukje strand, precies tussen Bergen en Camperduin in, heb je zelfs op drukke dagen langs de kust volop de ruimte. Je kunt er namelijk alleen op de fiets komen, maar dan wel middels een pittige ‘klim’ fietstocht: hier zijn de Schoorlse duinen op zijn breedst, ruim vier kilometer, en hoogst!. Onderweg puffen we even uit langs de Schoorlse Zeeweg. We kijken uit over de vlakte van ’t Kleine Ganzenveld, in de richting van het Vogelmeer. Hier is een paar jaar geleden een flink stuk hei afgebrand. Voor die tijd was het een van de beste plekken voor het zien van de blauwvleugelsprinkhaan, een van de mooiste vliegende sprinkhaansoorten van Nederland. Zouden ze de brand eigenlijk wel overleefd hebben?
Vanwege het ontbreken van een goed hoorbaar geluid is de blauwvleugelsprinkhaan moeilijk te vinden. Je ziet ze bovendien ook nog eens gemakkelijk over het hoofd, omdat ze niet altijd geneigd zijn om op te vliegen. En ze zijn super goed gecamoufleerd. De beste manier om ze te vinden is langzaam door open, droog terrein te lopen, waarbij de dieren op een gegeven moment voor je uit springen. En juist dan zie je hun fraaie zachtblauw gekleurde achtervleugels.
Deze vrij grote veldsprinkhaan komt voor op droge heideterreinen, duinen en kapvlakten op zandgrond. In het binnenland zijn veel populaties verdwenen, maar in de duinen komt de soort plaatselijk nog wel in redelijke aantallen voor. Voorzichtig loop ik samen met zoon Timo en dochter Isabel over een pad door een stuk van de heide dat weer langzaam terugkomt. De eerste groene staken steken alweer uit de zwartgeblakerde grond. Er springt van alles voor ons uit, maar niets met blauwe vleugels. Dan zie ik er ineens eentje zitten tussen wat niet verbrand knuppelhout op het zand. Hij valt inderdaad nauwelijks op door zijn grijs en lichtbruine kleuren. Ik roep de kinderen maar sommeer ze wel om heel voorzichtig naar mij toe te lopen. Dan wijs ik hem met mijn vinger aan. Pas als ik hem aanraak, vliegt hij weg en laat even zijn fraaie blauwe achtervleugels zien. ‘Wauw, mijn lievelingskleur blauw,’ roept Timo spontaan uit. Gelukkig heeft de populatie de brand overleeft. Nog vrolijker vervolgen we even later onze weg naar het strand… Weer zo’n heerlijke dag in het Schoorlse.
Kijktip
Behalve in de Schoorlse Duinen maak je ook een grote kans om blauwvleugelsprinkhanen tegen te komen in de Amsterdamse Waterleiding Duinen, de duinen van Schouwen en het Hulshorsterzand.