Mijn huis in de Vogezen is omringd door bos. De bomen aan de zuid- , de west- en de noordzijde van de woning zijn mijn eigendom. Een fijn idee, ik kan zelf bepalen wanneer er eventueel een boom omgezaagd gaat worden.
Maar helaas, het terrein aan de oostkant is niet van mij. En zo kwamen er op een trieste herfstdag in 2015 ineens allemaal gifgroene kruizen op de oude beukenstammen te staan. Het collectieve doodvonnis voor een paar honderd beuken (en wat eiken). Nadat mijn vrouw en ik van de eerste schrik bekomen waren, ben ik de gemarkeerde bomen die dicht bij ons terrein stonden eens gaan bekijken. Waar precies de erfafscheiding ligt, weet niemand. Maar een aantal van de gemarkeerde bomen stond toch wel erg dicht bij ons terrein. In een brutale bui ben ik toen met een spatel de kruizen op de dichtst bij ons huis staande bomen gaan uitvegen.
En toen werd het winter, het werd voorjaar en er gebeurde niets. We begonnen ons al af te vragen of de eigenaar van het terrein de bomen toch maar wilde laten staan.
Maar half juni moest het vonnis uiteindelijk toch voltrokken worden. Een idioot moment natuurlijk, alle bomen zitten dan volop in het blad en de natuur is vol leven. Even leek het alsof we naast een soort van oorlogsgebied woonden. Met enorme tankachtige bulldozers, een tiental kettingzagen en een legertje rauwe kerels werd het bos in een mum van tijd met de grond gelijk gemaakt. Twee weken oorverdovende herrie en als resultaat een kale helling waar alle niet rendabele stukken hout zijn blijven liggen.
Tja, je kunt er boos of verdrietig van worden. Maar al na een paar dagen begonnen mijn vrouw en ik toch de positieve kanten van deze kaalslag te zien. Ons uitzicht is weidser geworden en de ochtendzon verschijnt nu vroeger op het terras. En hoewel de kale helling nu nog een zeer troosteloze aanblik heeft, wordt het volgend voorjaar natuurlijk wel heel spannend om te zien wat er allemaal weer uit de grond gaat komen.
Ik moest ook even denken aan de brand op de Hoge Veluwe van twee jaar geleden. Binnen de kortste keren veranderde de troosteloze verschroeide vlakte daar ook weer in een spannend gebied waar je wekelijks nieuwe planten en boompjes zag opduiken. (Fotograaf Theo Bosboom heeft daar een prachtige fotoserie van gemaakt!)
En tot slot, het moest er ook een keer van komen. Dit stuk bos was feitelijk aan het eind van zijn ontwikkeling. De hoge beuken met hun rijke bladerdak namen al het licht weg uit het bos, waardoor er geen enkele ondergroei meer mogelijk was.
Het enige wat ik nu nog mis is het kathedraal-achtige geluid van het bos. Door het dichte bladerdak leek het bos ’s zomers wel op een kathedraal waarin alle vogelgeluiden extra mooi klonken. Maar er is nog een heel smal kathedraaltje over. Dat zijn de bomen die ik in een brutale bui gered had met de spatel!