Je kunt lui zijn en toch succesvol. De Turkse tortel bewijst dat. Na de Tweede Wereldoorlog was er geen Turkse tortel te bekennen in Nederland, in 1950 was er een broedgeval en inmiddels zitten er tussen de 50.000 en 100.000 broedparen. Hoewel ze dus flink paren zijn ze ook lui: in mijn buurtboom zitten altijd twee Turkse tortelduifjes en ze brengen knikkebollend de dag door. Zelfs als het de hele dag regent en waait.
Ik meende altijd dat deze vogel een exoot was. Maar dat klopt niet. Je bent als plant of dier pas een exoot als je na 1492 door mensengedoe in Nederland bent beland. 1492. In dat jaar zeilde Columbus de wereld over. Het grote ontdekken was begonnen en in de jaszakken van zeemannen en in de kieren van hun schepen arriveerden de eerste exotische dieren en planten in Europa.
De Turkse tortel is op eigen kracht in Nederland gekomen. Vanuit Turkije begon via de Balkan de opmars. Nederland is inmiddels ruimschoots veroverd, de oceaan bleek geen blauwe muur en in Amerika beschouwen ze hem inmiddels als een vliegende rat.
De Turkse tortel. Kijk hem toch eens. Zo muizerig, zo grijzig, zo lief. In de verste verte is geen rat te bekennen. Maar of het nu om dieren gaat of om mensen: gedrag en uiterlijk verklappen weinig over hun ware aard.