Nu te fotograferen: de dagpauwoog

René Alblas

27 juni 2025 .

De dagpauwoog is misschien wel de makkelijkste vlindersoort om te fotograferen. Je vindt ze namelijk overal. De soort is niet kritisch en leeft in allerlei habitats. De larven van deze soort leven op brandnetels en die zijn meestal makkelijk te vinden. Ook dat zorgt ervoor dat je ze tussen april en oktober overal kunt tegenkomen. Juli is een topmaand voor de dagpauwoog.

De dagpauwoog heeft geen duidelijke voorkeur voor een bepaald leefgebied. Een zonnige plek en bloemen met voldoende nectar zijn genoeg. Deze vlinder heeft een lichte voorkeur voor de akkerdistel maar ook andere wilde bloemen worden bezocht. Bloemrijke graslanden zijn de ideale vindplek, maar ook tuinen met veel bloemen (zoals een bloeiende vlinderstruik) zijn een prima plek voor deze vlinder.

7 tips om dagpauwogen te fotograferen

  • Omdat de dagpauwoog nogal een bonte verschijning is, kun je het beste op zoek gaan naar een rustige omgeving. Door een laag standpunt in te nemen kun je ook de lucht als achtergrond gebruiken. Probeer veel verschillende kleuren bloemen te vermijden, samen met de kleuren van deze vlinder wordt het wel een hele bonte kermis.
  • Houd de camera zoveel mogelijk evenwijdig aan de vlindervleugels. Dan krijg je een gelijkmatige, scherpe weergave van de vleugels. Je kunt dan ook werken met een geringe scherptediepte, zodat de omgeving mooi vaag wordt en de bonte vlinder goed tot zijn recht komt. Als je invalshoek toch een beetje schuin is ten opzichte van de vleugels, heb je meer scherptediepte (dus hogere diafragmawaarde) nodig, om de hele vlinder scherp te krijgen.
  • Houd het weerbericht in de gaten. Een beetje mist of dauw in de ochtend is ideaal, de druppels op de vlinder maken je foto extra aantrekkelijk. Midden op de dag, met volle zon fotograferen, kun je beter vermijden. Dan krijg je harde schaduwen die je foto ontsieren. Als er wind wordt voorspeld kun je ook het beste even je fotografeerplannen uitstellen. Een heen en weer zwiepende vlinder levert vaak onscherpe foto’s op.
  • Wanneer de zon net opkomt, zitten de dagpauwogen vaak nog met ingeklapte vleugels. Dat is ook leuk, maar je hebt misschien liever de vlinder met opengeklapte vleugels voor je camera. Zodra de zon iets meer kracht krijgt en de vlinders opwarmen, spreiden ze hun vleugels. Dan is het wel zaak om op te schieten, want als ze voldoende zijn opgewarmd, zullen ze opvliegen.
  • Blijf wat langere tijd op één plek en leer hoe dagpauwogen zich gedragen: ze keren vaak terug naar dezelfde plek. Positioneer je strategisch voor het ideale moment.
  • Hoewel je minder flexibel bent met een statief, kun je er het beste wel één gebruiken. Richt je camera op een vaste plek, met een ideale compositie en mooi licht en wacht tot de vlinder terugkeert op die plek.
  • Vind je het toch lastig om geschikte vlinderplekken te vinden? Denk dan eens aan een vlindertuin. Op de site van de Vlinderstichting staat een overzicht met heel veel vlindertuinen.

De dagpauwoog lijkt 4 ogen te hebben. Foto: Els Nijhuis

Waarom houden vlinders zo van brandnetels? Dat lees je hier.

dagpauwoog

De drukke achtergrond is mooi onscherp geworden en leidt daardoor niet af. Foto: Els Nijhuis

De achtergrondkleur keert terug in de vleugels. Foto: Erik Nevels

Minder kleurrijk, maar ook boeiend: een dagpauwoog met gesloten vleugels. Foto: Jenny Klinkert

Fraai in alle eenvoud. Foto: Marij Wagenaars

Ook interessant: zo fotografeer je een kleine vuurvlinder.

Foto bovenaan: Ghita Pluijmaekers

Hart voor de natuur: klik hier voor  tips voor verantwoord fotograferen