Nu te fotograferen: de ijsvogel

De fraaie blauw/oranje ijsvogel kun je het hele jaar in Nederland en België vinden. Maar tussen april en juli heb je meer kans om er één te zien. Er zijn dan kleintjes die gevoerd moeten worden. Daardoor zijn pa en ma de hele dag op zoek naar voedsel.

Handige tips om een ijsvogel te fotograferen

Je vindt de ijsvogel langs schaduwrijke beken en andere wateren. Hij kiest vooral voor de schaduw omdat deze vogel een hekel heeft aan lichtreflectie op het water, dat stoort bij het jagen. De fluitende roep van de ijsvogel is makkelijk te herkennen. Luister hier naar het geluid van een ijsvogel.
IJsvogels zijn nogal honkvast. Dus als je eenmaal een plek gevonden hebt, kun je er vaker terugkomen. Als je een horizontale tak boven het water plaatst (niet al te ver van hun nest, maar zonder te verstoren!) is de kans groot dat ze daarop plaatsnemen. Hou deze tak langere tijd in de gaten, misschien maak je nog een mooie visoverdracht mee.
Zittende ijsvogels zijn mooi om te fotograferen, maar een (op)vliegend exemplaar is natuurlijk nóg interessanter. Hierbij kun je profiteren van het feit dat ijsvogels heel vaak terugkeren naar dezelfde plek. Naast geduld, kennis van hun gedrag en een flinke telelens heb je hiervoor een zeer korte belichtingstijd nodig. Maximaal 1/2000 en liever nog korter. Daarbij hoort in de meeste gevallen een hoge ISO-waarde.
Houd rekening met de vliegrichting in je compositie; als een ijsvogel naar links vliegt, zorg er dan voor dat er voldoende ruimte aan de linkerkant van je beeld is. Anders ‘stoot hij zijn snavel’ tegen de rand van jouw foto.
Vroeg in de ochtend of in het begin van de avond kun je profiteren van mooi laag licht. Als je dan (schuin) tegen de zon in fotografeert, krijg je een mooi lichtcontour rondom de ijsvogel.
Een telelens is onmisbaar. Je hebt hier minstens 200 millimeter nodig, liever meer.
Houdt een ijsvogel van ijs? Zeker niet! Lees hier waar je op moet letten als je een ijsvogel wilt vinden.