In gebieden met een beschermde status, neemt de soortenrijkdom minder af. Dat is één van de conclusies die het WNF trekt uit het gisteren gepresenteerde ‘Living Planet Rapport 2014’. Het verlies aan biodiversiteit in deze beschermde gebieden blijft beperkt tot 18 procent. Zo steeg het aantal tijgers dat in Nepal leeft bijvoorbeeld met 63 procent naar 200 dieren.
Ook in Nederland gaat het, na jaren van achteruitgang, beter met de fauna. Nadat in de jaren 50 veel soorten bedreigd raakten, is er vanaf 1990 een voorzichtig herstel te meten. Er broeden weer meer kerkuilen, de grauwe kiekendief is terug en ook de lepelaar doet het goed.
Niet alleen de vogels zijn bezig met hun comeback. In het septembernummer van Roots kon je al lezen dat de wilde kat weer te zien is in de Nederlandse natuur, dat de vleermuis hier weer goed gedijt en dat ook de bever weer zijn weg weet te vinden in de Nederlandse wateren.
Hoewel de berichten hoopgevend zijn, is het nog lang geen tijd om de vlag uit te hangen. Wereldwijd is de biodiversiteit de afgelopen veertig jaar namelijk met 52 procent afgenomen. Als je het hebt over populaties vissen, reptielen en amfibieën, gaat het zelfs om de alarmerende afname van 76 procent. Het zwaarst getroffen zijn de tropische regio’s. Hier nam de biodiversiteit de afgelopen veertig jaar met 83 procent af. Vernietiging van het leefgebied, jacht, stroperij en overbevissing blijven de belangrijkste oorzaken van de bedreiging van menig diersoort.
Foto: Tijgerhaai. De populaties haaien en roggen zijn de afgelopen decennia met vele tientallen procenten gedaald. Uit onderzoek blijkt dat jaarlijks naar schatting 100 miljoen haaien worden gedood om hun vlees en vinnen.