Na ruim vijf decennia te zijn weggeweest is de Atlantische blauwvintonijn terug in de Noordzee bij Zweden en Denemarken. De verdwijning van de reuze tonijnsoort was te wijten aan overbevissing in de jaren 60. Rond die tijd kwam hij nog voor tot aan de Doggersbank, noordwestelijk van Nederland.
De blauwvintonijn is één van de grootste en ook populairste soorten tonijn die er zijn. De enorme populariteit van sushi, met name in Japan, vormt de grootste bedreiging voor de tonijn met een lengte van 4,5 meter en een gewicht van 680 kilo. De populaties blauwvintonijn hebben het wereldwijd zwaar te verduren gehad en daarom staat hij aangeschreven als een bedreigde soort.
Het tij lijkt echter te gaan keren. Strenge regels tegen overbevissing hebben ervoor gezorgd dat de vis zich weer laat zien in waterstraten als het Skagerrak en het Kattegat tussen Noorwegen, Zweden en Denemarken. Het WNF doet hier, in samenwerking met een aantal milieuorganisaties, onderzoek naar de terugkomst van de tonijn. Dit doen ze door sportvissers 40 tonijnen te laten vangen in de regio en deze te voorzien van een satelliettag. Zo kunnen de vissen op de voet gevolgd worden. Het vangen van de tonijn is hier overigens verboden. De vissers hebben voor dit onderzoek een ontheffing gekregen.
Het uiteindelijke doel is om de blauwvintonijn meer bescherming te kunnen bieden. Als we weten waarom ze zich weer laten zien en waar ze vandaan komen kan er ook bepaald worden hoe de visserij, het klimaat en beschikbaar voedsel de trekroutes beïnvloeden.
Blauwvintonijn, foto Solvin Zankl
