De winterkoning, de tuinfluiter, de zwartkop en andere struweelvogels deden het goed in 2017.
Jaarlijks worden in Nederland ruim 22.000 vogels geringd en geregistreerd om de ontwikkelingen van de diverse soorten bij te houden. Op 41 plekken worden vogels geringd. Deze plekken liggen verspreid over het hele land, voornamelijk in rietvelden, struwelen en bosgebieden. De gegevens van de geringde vogels leveren onder andere informatie op over het broedsucces (hoeveel jongen werden er groot?) en de jaarlijkse overleving van algemene zangvogels.
2017 Bleek dus een goed jaar te zijn voor struweelvogels, dat zijn vogels die voor hun leefgebied afhankelijk zijn van afwisselende begroeiing met struiken en verspreide bomen.
In 2017 lieten de blauwborst, de winterkoning, de rietzanger, de rietgors, de grasmus, de zwartkop en de tuinfluiter hoge reproductiewaarden zien. De zwartkop had zelfs nog nooit zo’n hoog reproductiecijfer laten zien, de tuinfluiter haalde een bijna-recordwaarde. Deze vogelsoorten hadden wat in te halen. Want 2016 was juist een heel slecht jaar voor veel struweelvogels. Zwartkop en tuinfluiter hadden toen het laagste broedsucces sinds met de metingen is begonnen.
De merel
De merel werd in 2017 extra in de gaten gehouden. Door de uitbraak van het Usutu-virus in Nederland in 2016 is deze vogel extra kwetsbaar. De cijfers voor de merel in 2017 waren inderdaad ongunstig, maar het is onbekend of alleen het virus daaraan schuldig is.
Het onderzoek werd gehouden door Sovon en NOO-KNAW.
Zwartkop vrouwtje, foto: Beverley Brouwer
