Grondeekhoorns (ook wel ziesels genaamd), zijn een ondersoort van de alom bekende eekhoorn. Deze kleine holbewonertjes zijn een stuk zeldzamer dan de eekhoorns die we in Nederland kennen. Ze onderscheiden zich van de meeste eekhoornsoorten door geen voedselvoorraad aan te leggen in hun holen. In plaats daarvan blijven ze ongeremd dooreten tot hun lichaamsgewicht soms zelfs verdubbelt. Zodra de knaagdiertjes voldaan zijn, rusten ze uit. En goed ook. Hun winterslaap kan het overgrote deel van het jaar in beslag nemen, en tot wel acht maanden duren. Vroeger kwamen ze nog voor in grote delen van Zuidoost-Europa, maar naarmate de open graslanden hebben moeten wijken voor de intensivering van de landbouw hebben de beestjes het steeds lastiger gekregen. Populaties werden genoodzaakt massaal noordwaarts te bewegen naar de Alpen, waar ze het nu wel weer goed doen. De aantallen ziesels nemen vandaag de dag ook weer toe in landen zoals Polen en Tsjechië, dankzij herintroductieprojecten. De toekomst van deze grappige diertjes hangt af van, zoals Darwin het zou zeggen, hun vermogen zich aan te passen aan de omgeving. Wil je weten hoe ze dit doen? Kijk dan in het meinummer van Roots, voor een groot artikel over grondeekhoorns in Oostenrijk. Klik hier om deze Roots te bestellen.