‘Mossen en korstmossen vertellen je alles’ Ecoloog Klaas van Dort
Hoe kan iemand gefascineerd raken door iets wat zo klein is dat je het met het blote oog vaak helemaal niet ziet? Klaas van Dort, mossen- en korstmossenexpert, kan het wel uitleggen.
Tekst Marjolein van Rotterdam
Er zijn mensen die meteen naar de aanslagverwijderaar grijpen zodra ze een mosje of korstmosje zien, maar Klaas van Dort (66) niet. Integendeel: vaak springt hij op van vreugde. Al sinds zijn 18e wordt hij gelukkig van de oeroude organismes die je overal kunt tegenkomen. Bij de parkeerplaats in Wolfheze waar we onze wandeling beginnen bijvoorbeeld, waar je legio soorten kunt aantreffen. “Soms ben ik in dit gebied uren onderweg met een groep. Komen we terug bij de parkeerplaats en blijken we niet zo veel soorten gezien te hebben als er op deze parkeerplaats bij elkaar staan. Een paar weken geleden zag ik hier klein leermos. Een mosje dat grijs kleurt als het vochtig is, en fraai krullende randen heeft.”
Huilen van geluk
We wandelen het bos in. Een bijzondere plek, want hier heeft Klaas een van zijn grootste ontdekkingen gedaan. Een nieuw korstmos voor Nederland waar hij zelf de Nederlandse naam aan mocht geven: ruig pruikspijkertje, omdat het een soort hagelslagje is met een woeste pruik op, maar dan zo klein (0,2 mm) dat het met het blote oog niet te zien is. Van Dort probeert uit te leggen hoe dat voelt, een nieuwe soort ontdekken: “Hoe moet ik het uitleggen? Als je een soort voor het eerst ziet, dan is dat zoiets wonderbaarlijks dat er even niets anders meer bestaat. Ja, ik raak er nóg geëmotioneerd van. Het verhaal van het ruig pruikspijkertje is eigenlijk dubbel mooi. Ik had het al eens in Asturië ontdekt, in een eeuwenoud taxusbos, een sprookjesachtig Natura 2000-gebied. Daar liep ik rond en zag een paar stokoude dode dikke eiken.
Ik schraapte er een paar kleine stukjes vanaf, om thuis te onder de microscoop te leggen. Meteen wist ik dat ik een zeer zeldzaam korstmosje zag. Als je een nieuwe soort voor een land vindt, moet je dat melden aan de korstmossenautoriteiten. Als maffe buitenlander werd ik natuurlijk niet geloofd. Maar het klopte echt. Een tijdje later liep ik hier in het bos bij Wolfheze. Toen kreeg ik een brainwave: dat korstmosje is natuurlijk zo zeldzaam omdat het alleen groeit op zeer oude, dikke dode eiken. Dus ging ik nog eens goed kijken op die monumentale stompen van de Wodanseiken waar ik al zo vaak langs was gelopen. En verdorie: het was er! Ik heb bijna gehuild van geluk, werkelijk waar. Daarna ben ik alle dikke dode eiken die ik kende in Nederland afgegaan, en elke keer vond ik het weer.”
Meer lezen? In het extra dikke Roots december-nummer lees je het volledige artikel incl. prachtige close-ups van verschillende soorten mos. Heb je nog deze nog niet in huis? Je bestelt ‘m eenvoudig online én betaalt bij het bestellen van deze editie t/m 20 januari geen verzendkosten. Veel leesplezier!