Het gaat niet goed met de bijen, dat is bekend. Maar liefst 188 van de 358 soorten bijen staan op de Rode Lijst van bedreigde soorten. Zo’n 50 natuurorganisaties onder leiding van de Universiteit van Wageningen hebben een plan opgesteld om het tij te keren, de Nationale Bijenstrategie.
Dat er zoveel soorten dreigen te verdwijnen komt doordat er in het huidige landschap vaak niet genoeg voedsel is te vinden en ook doordat er te weinig nestgelegenheid is.
Daar kan natuurlijk wel iets aan gedaan worden: het inzaaien van bloemen en minder maaien levert al snel resultaten op. Maar er moet meer gebeuren.
Een aantal tips voor meer bijen (en hommels):
• Niet alle zaadmengsels zijn bijvoorbeeld geschikt. Zaaimengsels die veel exotische tuinplanten bevatten hebben niet zoveel zin. De verschillende bijensoorten hebben vaak een voorkeur voor specifieke, inheemse bloemen.
• Het is ook belangrijk dat er de hele zomer bloeiende planten zijn, bijen zijn immers ook actief van april tot oktober.
• Snoei de tuin niet te vroeg. Sommige bijensoorten overwinteren in uitgebloeide bloemstengels.
• Maak je tuin niet te netjes. Bijen houden wel van een beetje rommel. Dan hebben ze meer ruimte om hun eitjes te leggen.
• Hemelsleutel, herfstaster, muurpeper, lavendel, kattenkruid, blauwe knoop en zonnehoed geven veel stuifmeel en nectar. Daar houden bijen van!
• Ze houden ook van kruidenhoekjes met bijvoorbeeld rozemarijn en tijm.
• Als je aardbeien in je tuin hebt, kun je goed zien of er voldoende bijen zijn in jouw omgeving. Hebben de aardbeien een mooie ronde vorm, dan kun je er vanuit gaan dat deze goed bestoven is. Zijn de aardbeien uit jouw tuin heel klein en hebben ze een onregelmatige vorm, dan zijn er niet genoeg bijen aan het werk geweest.
• Bijenhotels zijn prima. Die kun je kant en klaar kopen, maar ook prima zelf maken. Op deze uitgebreide site lees je er alles over.
• En misschien nog wel de allerbelangrijkste tip: gebruik geen chemische onkruid- of ongediertebestrijders.