De steenuil is misschien wel de meest fotogenieke uil. Met zijn soms “menselijke” oogopslag kan deze uil veel harten sneller laten kloppen. We geven 7 tips om de steenuil te fotograferen.
- Neem de tijd, want steenuilen vinden is een kwestie van geduld. Door hun bescheiden afmetingen (ongeveer 23 centimeter) moet je vaak lang turen door je verrekijker, totdat je ineens zo’n ‘schattig bolletje met grote ogen’ ziet.
- Steenuilen zijn vooral ’s nachts actief. Maar vlak voor zonsondergang of net na zonsopgang zijn ze goed te vinden. En dat is toevallig ook het mooiste lichtmoment: een laag zonnetje met goudkleurig licht.
- Kleinschalige landbouwgebieden met oude schuren, dikke wilgen en verrommelde hoekjes zijn de beste omgeving. De nok van oude pannendaken is een geliefd plekje. Het is natuurlijk ideaal als een plaatselijke boer ook speciale uilenkasten heeft opgehangen.
- Zorg ervoor dat je het geluid van de steenuil kent voordat je op pad gaat. Je vindt dat onder meer op vogelgeluid.nl/steenuil.
- Natuurlijk houd je flinke afstand, dus een telelens van minimaal 300 millimeter heb je zeker nodig.
- Welke sluitertijd heb je nodig? Voor stilzittende uilen is een sluitertijd tussen 1/60 en 1/250 prima. Voor een vliegende uil heb je een sluitertijd van 1/1000 of korter nodig.
- Het mooiste is natuurlijk om de steenuilen zelf te spotten in hun natuurlijke omgeving. Maar lukt dat niet of heb je er de tijd niet voor, dan kun je overwegen om naar een speciale fotohut te gaan waar de kans op deze uilen groot is. Een goede plek is noctuanaturehides.nl in Barchem.