Kampeervirus

Caroline Vogel

28 augustus 2014 .

DOOR: CAROLINE VOGEL

‘Kamperen is hip’ lees ik in diverse tijdschriften. Ik heb daar zo mijn eigen gedachtes over. Jarenlang hebben mijn man en ik gekampeerd. We hebben elkaar dertig jaar geleden zelfs leren kennen tijdens een wandelvakantie met tent in de Franse Pyreneeën. Het was afzien, maar de plekken waar we te voet kwamen waren prachtig. De jaren erna gingen we steeds ietsje luxer op pad: een grotere tent, met de auto, twee stoeltjes, dikkere matjes… Toch waren we op een bepaald moment klaar met kamperen. Ja, je bent heel dicht bij de natuur, maar de nadelen wogen steeds zwaarder, vooral als het weer niet meewerkte en ik ’s nachts in de stortregen naar de wc moest (niet iedereen is gecharmeerd van de toiletemmer).

Afijn, na jaren in huisjes de vakanties te hebben doorgebracht, begon het een jaar of vijf geleden weer te kriebelen. Dit keer reserveerde ik een bungalowtent op een natuurcamping waar alles al voor ons klaarstond, inclusief bedjes, tafel en stoelen, electriciteit, een gasstel, koelkast… Glamping dus. Maar wat een teleurstelling: de tent stond tegenover een springkussenkasteel. Nooit geweten dat zoiets zo’n herrie maakt (en dan heb ik het niet over de kinderen). Dit keer waren we er echt klaar mee. Dacht ik.

Afgelopen voorjaar stak het kampeervirus wéér de kop op. Ik vroeg mijn kamperende collega’s om advies en uiteindelijk vond ik de oplossing: we huurden een heerlijk ruime tunneltent compleet met inventaris en konden ermee gaan en staan waar we wilden. Twee weken lang.

Ons avontuur begon in het westen van Bretagne. De nachten waren koud (het kacheltje dat een collega tipte waren we helaas vergeten, maar hé, we hebben het hier wel over half juli, hoogzomer!), de ochtenden nat, de onweersbui op klaarlichte dag duurde drie uur lang, en ’s nachts schrokken we wakker van een nachtelijke bezoeker (vos?) die met veel kabaal onze opgehangen vuilniszak wist open te krijgen. Na vier nachten was de maat vol en we pakten ons boeltje op. Soms komt de natuur te dichtbij…

Overigens hebben we nog een heerlijke vakantie gehad, waarin we van hotel naar hotel hopten, prachtige kustwandelingen maakten en een indrukwekkende kolonie jan-van-genten zagen. En mocht het virus ooit weer eens de kop opsteken, dan staat het hier nu zwart op wit: wij gaan nooit meer kamperen!


Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief

Ontvang elke week het laatste natuurnieuws van Roots!


Meer Blog