Speuren naar de nachtzwaluw

René Alblas

14 juli 2016 .

DOOR: PAUL BÖHRE
Aan de picknicktafel lees ik wat kranten door. Ineens valt mijn oog op een berichtje in het plaatselijke Weekblad De Duinstreek. “Speuren naar de nachtzwaluw” luidt de kop. “Speur samen met de boswachter naar de nachtzwaluwen in de duinen van Schoorl. Als de schemer over de duinen valt, verandert het landschap in een paradijs voor deze vogel.”

Lang geleden zag ik ze voor het eerst vliegen boven de Limburgse Meinweg. Op een avond met toenmalig IVN-collega Michaël Steeghs. Daarna nooit meer. Wel gehoord boven de tent op de Veluwe. Snel meld ik me aan.

Zo staan we diezelfde avond met tien mannen en vrouwen voor het Buitencentrum Schoorlse Duinen. Het is nog licht als we vertrekken, nadat de spanning door boswachters Jeroen Pater en Frans Erinkveld wel even is opgebouwd. “Tien roepende mannetjes zijn er de vorige week geteld in het duingebied door een collega. Maar het weer zit niet mee: het is koud en het waait. Bepaald geen gunstige omstandigheden voor het zien van de nachtzwaluw. Die prefereert zwoele avonden waarop de nachtvlinders ze als het ware voor de bek vliegen. En de mottenstand ziet er hier op deze avond niet bepaald uit als in het Stade de France, vorige week tijdens de EK finale Portugal-Frankrijk.

Toch fietsen we vol goede moed het gebied in. Ik fiets samen op met een Amsterdammer. Hij heeft de nachtzwaluw ooit gezien, maar nog nooit zijn kenmerkende zang gehoord. En al helemaal niet het vleugelklappen, wat ze tijdens de balts doen. Even later stoppen we op de eerste plek waar de nachtzwaluw zou kunnen zitten. Boswachter Pater draait een keer het geluid af, zodat we weten waarop we moeten letten. ‘Errrr-urrrrr-errrr-urrrr’ ratelt het aparte snorrende geluid uit zijn recorder. Maar we horen nul komma nul nachtzwaluwen roepen, helaas.

We stoppen op drie andere geschikte plekken, ook zonder resultaat. Het begint inmiddels wel flink te schemeren, het tijdstip waarop de nachtzwaluw normaliter actief wordt. De laatste plek die we bezoeken, is de mooiste. Een open heideterrein, luw ingesloten door omringend dennenbos. Terwijl we de fietsen neerzetten, horen we al meteen het harde snorrende geluid. Is boswachter Pater het aan het afdraaien? Nee, die is nog bezig zijn fiets op slot te zetten. Eenmaal op de heide horen we het geluid van drie kanten. Minstens drie zingende mannen!! En komt de eerste nachtzwaluw al vleugel klappend over onze hoofden vliegen. Pater: “Iets dat me iedere keer weer opvalt bij de nachtzwaluwen. Het lijkt wel of ze nieuwsgierig zijn. Ze komen altijd even kijken als ik met de groep arriveer.” Een half uur lang kunnen we genieten van zowel de zingende mannetjes (een zit er zelf een tijd gewoon op een tak en is door de kijker prima te bekijken!), als vliegende vogels over de hei terwijl ze achter insecten aanjagen. Waarbij we hun aparte vorm mooi kunnen zien: het lange lijf en de eveneens bijzonder lange vleugels. Net kleine zweefvliegtuigjes, maar dan super wendbaar. Ze vliegen soms zo dichtbij dat we de witte vlekken op de staart en vleugels zien. Dan wordt het stil, de vogels zijn allemaal verderop aan het jagen. En keren wij in het donker huiswaarts. Dik en dik tevreden. Met dank aan Staatsbosbeheer ben ik weer een topervaring rijker.

Vrijdagavond 15 juli vindt een extra nachtzwaluwexcursie plaats. Wil je mee, meld je dan aan via https://www.facebook.com/staatsbosbeheerschoorlseduinen/posts/1155519054489356:0


Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief

Ontvang elke week het laatste natuurnieuws van Roots!


Meer Blog