Zeldzame tuingast

René Alblas

11 februari 2015 .

DOOR: PAUL BÖHRE

Grijze junco kopie

Grijze junco

 

Natuurlijk droomt iedere vogelaar ervan om een keer een zeer zeldzame vogel in zijn eigen tuin of woonwijk te ontdekken. En daarmee veel vogelaars naar zijn of haar straat te lokken. De tijd is er rijp voor, want het is een trend dat steeds vaker juist heel zeldzame vogels in tuinen opduiken. Met alle gevolgen van dien: geïrriteerde buurtbewoners, kapot gelopen paadjes langs achtertuinen en schuttingen, zelfs controles van de politie die het groengeklede gespuis komt checken op ‘verdachte’ bedoelingen.
Afgelopen week nog ontdekte de Groningse vogelaar Jacob Bosma zelfs voor de tweede keer (!!) in zijn ‘buurt’ een zeer zeldzame vogel: de tweede grijze junco voor Nederland. Een paar jaar eerder struikelde hij letterlijk bij het zoeken naar een groepje pestvogels in zijn woonwijk Beijum aan de rand van Groningen over twee evenzo zeldzame haakbekken op een grasveldje. Wat net als bij de junco afgelopen week daarna resulteerde in de aanwezigheid van honderden en nog eens honderden vogelaars binnen de bebouwde kom (zelfs uit het buitenland). Kuddes aparte gasten met enorme statieven en telescopen, die vervolgens op de gekste plekken in de wijk opdoken als ze op zoek waren naar de vogel, als die even niet op zijn vertrouwde plekje in de volkstuin aanwezig bleek te zijn. Menige schutting in de omgeving werd daarbij zonder pardon ge’slecht’.

De junco en de haakbekken zijn zeker niet de enige voorbeelden van zeldzame vogels die juist de laatste jaren midden in een woonwijk opdoemden. Alleen al de afgelopen maanden gebeurde dat onder andere in Oegstgeest (witkruintapuit), Vlaardingen (Oosterse tortelduif en roze spreeuw, Kollum (roze spreeuw), Callantsoog (roze pelikaan en Siberische braamsluiper). Het is voor veel vogels, en dus ook voor de zogenaamde dwaalgasten, blijkbaar prettig om gedurende de ‘barre’ wintermaanden te vertoeven in de beschutting van behaaglijk warme huizen, en riant gedekte tafels. En geef ze eens ongelijk.
Daar zijn een paar redenen voor te bedenken. Want behalve de beschutting voeren veel meer mensen tegenwoordig vogels in de tuin dan dat ze dat vroeger deden. In bijna iedere supermarkt of tuincentrum op de hoek is tegenwoordig voor een habbekrats een keur aan vogelzaad te koop. En vinden veel meer mensen dat ook leuk: om vogels in de tuin te hebben. De landelijke tuinvogeltelling van Vogelbescherming wint ieder jaar aan populariteit. Overigens kun je vogels ook prima lokken met ander ‘overtollig’ voedsel voordat dit in de groenbak verdwijnt. Zo zijn (zeldzame) lijsters eerder gelokt met rotte appels (waardoor er een zwartkeellijster opdook in Harlingen), leverde exotisch fruit in Alkmaar een Baltimoretroepiaal op en zat er ooit op een voedertafel in Amsterdam een indigogors, nog steeds de enige in zijn soort op de vogellijst van redelijk wat Nederlandse vogelaars.

baltimoretroepiaal kopie

Baltimoretroepiaal

Kortom: voorzie je tuin van lekker veel vogelvoer en hou je kijker in de aanslag. Want voor het weet heb je een heel apart beestje op de voedertafel zitten. En geef hem dan vooral door aan www.dutchbirding.nl of www.waarneming.nl. Dan maak je het ook voor de vele honderden vogelaars én jouw anders zo saaie woonwijk een stuk spannender.… En gezelliger. Want geloof me: ook in Groningen bleek maar weer uit eigen ervaring: vogelaars zijn over het algemeen echt hele nette mensen.

PS: De grijze junco is een zangvogel uit Noord-Amerika die daar ook wel bekend staat als ‘snowbird’. Juist in tijden van heftige sneeuwval trekt de vogel over lange afstanden weg. Het vermoeden bestaat dat hij door de enorme sneeuwstormen van de laatste tijd in het oosten van Noord-Amerika (nu weer in Boston) daarom daar de wijk heeft genomen en wellicht zo in Nederland terecht kwam. Ze kunnen dus letterlijk komen aanwaaien. Hoewel er onder vogelaars ook veel discussie over wordt gevoerd. Komt hij niet gewoon ‘ergens’ uit een kooitje? Vogelaars hanteren voor een wilde herkomst onder andere de volgende criteria: hij moet ongeringd zijn (in elk geval niet gekleurringd), geen vreemde beschadigde veren hebben en de soort moet normaliter wel over lange afstanden trekken. Maar een 100% zekerheid op een wilde herkomst is wellicht nooit te geven….


Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief

Ontvang elke week het laatste natuurnieuws van Roots!


Meer Blog