Dit extreem fotogenieke grasplantje bloeit in juni. Bevertjes houdt van kalkrijke grond. De meeste kans om bevertjes tegen te komen is in Zuid Limburg, langs de IJssel, in de Ardennen en in de duinen. De naam heeft overigens niets met bevers te maken. De kleine aren van deze plant bungelen (beven) heen en weer in de wind.
Bevertjes wordt zo’n 20 tot 50 centimeter hoog en plant zich voort door middel van wortelstokken. De meeste kans om ze te vinden is op zonnige plekken. De bloei duurt tot en met augustus.
Fototips bevertjes
• Bevertjes is een zeer fragiel plantje en verdwijnt dus snel in de achtergrond. Probeer een exemplaar te vinden dat op enige afstand staat van andere planten. En werk met een (zeer) beperkte scherptediepte, zodat de achtergrond onscherp wordt.
• Wees voorzichtig als je dit plantje gaat fotograferen. Vertrap geen andere exemplaren van deze kwetsbare Rode Lijst plant. “Gewoon gras” dat de compositie verstoort kun je eventueel wegknippen, maar doe dat dus niet met storende bevertjes.
Meer lezen over verantwoord fotograferen, zonder de natuur te schaden.
• Pas op voor fel zonlicht. De aartjes van deze plant glimmen een beetje, daardoor kan een felle zon witte uitgebeten plekken veroorzaken in je foto. Als je geen planten in de schaduw kunt vinden en geen zonnescherm of paraplu blij je hebt, kun je ook je eigen bovenlichaam als zonnescherm gebruiken.
• Houd de weersvoorspelling in de gaten. Wordt er wind voorspeld? Stel dan je fotosessie uit, heen en weer zwiepende bevertjes zijn heel lastig vast te leggen.
Zo fotografeer je wilde bloemen.
