De Indische gans (met de karakteristieke zwarte strepen op zijn kop) is een echte bikkel. Jaarlijks vliegt deze trekvogel over de hoogste toppen van de Himalaya. Wetenschappers hebben onlangs ontdekt dat deze gans daarbij heel slim gebruik maakt van de wind en dat het dier niet constant op één hoogte vliegt maar in de dalen lager gaat vliegen, steeds op ongeveer 60 meter boven de grond. Dat is handig, want daardoor vliegt de gans niet de hele tijd in de hoge, ijle lucht. Door een lagere hoeveelheid zuurstof op grote hoogte is het daar veel vermoeiender om te vliegen.