De kwak: vrije vogel in de dierentuin

Adinda van Kuijk

14 april 2022 .

De Lage Landen zijn rijk aan reigerachtigen: blauwe reiger, grote- en kleine zilverreiger, purperreiger, woudaap, koereiger en roerdomp. Maar één familielid zul je zelden zien: de kwak. Geen wonder, want deze vogel is niet alleen zeldzaam, maar komt bovendien pas in de nacht tevoorschijn. Of als gast in de dierentuin. In het Roots april-nummer vertelt Edwin Giesbers je alles over de kwak, wij delen alvast een kort fragment uit het artikel. 

Tekst en foto’s Edwin Giesbers

De kwak is een kosmopoliet; hij heeft een enorm verspreidingsgebied en komt in alle werelddelen voor, uitgezonderd Antarctica en Australië. Qua aantallen heeft de soort het echter zwaar, ook in Europa, waar de soort ooit wijdverspreid was. “In Europa zijn er tussen de 57.000 en 84.000 broedparen. De meeste daarvan leven in Italië, maar ook daar is tussen 1993 en 2018 hun aantal gedaald met ongeveer 50-65 procent”, vertelt Jaime Garcia Moreno, Coördinator Programma Internationaal bij Vogelbescherming Nederland. Ooit kwam de kwak in Nederland volop voor, in grote broedkolonies. Maar de laatst kolonie dateert alweer van 1973 – in de Biesbosch – en die telde toen nog maar hooguit tien broedparen. De jacht, watervervuiling en het verdwijnen van grote aaneengesloten moerasgebieden – de natuurlijke biotoop van de vogel – hebben van de kwak een zeer zeldzame verschijning gemaakt, zowel in Nederland als in België. In Nederland zijn er hooguit 50 broedparen, in het Belgische Het Zwin bij Knokke is al jaren een broedkolonie van 40 paren aanwezig, ooit ontstaan uit losgelaten vogels.

Kwak. Foto: Edwin Giesbers

Nachtreiger

Met veel grotere familieleden als de blauwe reiger en grote zilverreiger legt de kwak het als ‘kleintje’ natuurlijk snel af in de competitie om hetzelfde voedsel. Dan is het veel handiger om op een ander moment van de dag op kikkers, vis en andere waterdiertjes te jagen. Vandaar dat de kwak vooral actief is in de schemer en de nacht, wanneer hij alleen op jacht gaat. Daar is hij ook prima voor toegerust, dankzij zijn uitstekende nachtzicht. Geen wonder dat hij in het Engels de fraaie naam black-crowned night heron draagt. En bij onze Oosterburen heet hij nachtreiher. In het Nederlands heeft de vogel een heel wat minder welluidende naam; kwak simpelweg de klanknabootsing van het geluid dat de kleine reiger maakt als hij vliegt – een onomatopee dus. Op de Falklandeilanden hebben ze daar trouwens een variant op bedacht en heet de vogel kwark.

Je zult de kwak niet gauw verwarren met zijn familieleden. De vogel is klein en gedrongen, met een grijze borst en vleugels, zwarte kruin en rug en een wit gezicht met opvallende rode ogen. En niet te vergeten de zwarte dolkvormige snavel waar hij zijn prooi – kleine visjes en kikkers – mee spietst. 

Nieuwsgierig geworden en wil je meer lezen over de kwak? Het hele artikel lees je nu in het Roots aprilnummer, dat hier te bestellen is. En denk je de kwak eerder gespot te hebben op onze site? Dat kan! Het was namelijk de Roots Foto van de Week!

 

Foto bovenaan: Edwin Giesbers


Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief

Ontvang elke week het laatste natuurnieuws van Roots!


Meer Nieuws