Je moet heel goed opletten en een flinke dosis geluk hebben, maar in mei/juni kun je zomaar de wielewaal tegenkomen. Het is één van de meest opvallende vogels met zijn geel/zwarte verenkleed. Met name de mannetjes zijn knalgeel, de vrouwtjes zijn wat groeniger van kleur. Oudere vrouwtjes kunnen overigens wel de “mannelijke” gele kleur krijgen. Jonge wielewaaltjes zijn zwart gestreept.
Maar zo opvallend als deze vogels zijn, zo lastig is het om er één waar te nemen. Ze zitten het liefst verdekt opgesteld boven in hoge bomen. Een wielewaal horen is eenvoudiger, zijn vrolijke “dudeljo” is goed te onderscheiden van andere vogels. Vooral op warme dagen laten deze vogels zich graag horen.
De wielewalen overwinteren in Afrika. Nederland is hun meest noordwestelijke verblijfplek in de zomer. Ze prefereren loofbomen, ze bevinden zich dan ook vooral in hoog in broekbossen, populierenbossen en zomereiken.