Het gaat niet goed in de insectenwereld. Dat is inmiddels bekend. Een logisch gevolg hiervan is dat het ook niet goed gaat met insecten-etende vogels. Zoals bijvoorbeeld de patrijs. Deze vogel is bijna verdwenen uit Nederland.
Om het tij te keren hebben Brabants Landschap, Het Zeeuwse Landschap, Landschapsbeheer Zeeland en Vogelbescherming Nederland samen met boeren, jagers en vogelwerkgroepen het project Partridge opgestart. Bedoeld om de biodiversiteit te verhogen en het aantal patrijzen in Nederland weer te laten stijgen.
Proefgebieden
In twee proefgebieden van elk vijf vierkante kilometer wordt gewerkt aan een streefpercentage: 30 procent meer biodiversiteit. Om zover te komen zijn er diverse maatregelen genomen. Zoals het aanplanten van hagen, het inzaaien van akkerranden, het aanleggen van winterstoppelvelden en percelen met bloemen en kruiden. Ook zijn er ‘keverbanken’ aangelegd, dat zijn vijftig centimeter verhoogde stroken van drie meter breed ingezaaid met een gras-en-kruidenmengsel.
Succes
En dat blijkt te werken! Het project loopt nu twee jaar en er is al een toename te zien van patrijzen, wintervogels en hazen. De toename van insecten is zelfs spectaculair te noemen. Vooral het afgelopen jaar lieten de insecten een explosieve groei zien. Om zeker te weten dat dit geen toevallige stijging is, worden vergelijkingen gemaakt met gebieden waar geen maatregelen zijn genomen. En dan blijken de verschillen zeer overtuigend te zijn! Zo zijn er op de proeflocaties bijvoorbeeld drie keer zoveel keversoorten aangetroffen als op andere locaties. Voorbeelden van nieuwe soorten die zijn aangetroffen zijn de gekorrelde veldloopkever, de gele glimmer, de grote spitskop en de behaarde schaduwwants.
Vanwege het grote succes zal deze methode ook op andere plekken toegepast gaan worden.
Foto bovenaan: Ivon van Vierzen