Speuren naar planten en beestjes in en om het water verveelt nooit. Zeker niet tijdens zwoele zomermaanden, wanneer het water meer dan ooit lonkt. Met of zonder schepnet valt er heel wat te beleven op of onder water. Houd niet alleen je ogen, maar ook je oren open. En werp af en toe een blik op het land, waar in juni ook van alles gebeurt.
In juni kijk je uit naar aparte water- en oeverbloeiers. De gele lis is een plant die weinig eisen stelt aan de bodem. Daardoor vind je hem vaak op ondiepe oevers. Vooral de wortelstok bevat stoffen die kunnen dienen als laxeermiddel. Veenpluis bloeit in het vroege voorjaar al, maar valt nu pas op door het katoenachtige 3-5 cm lange witte vruchtpluis dat uitgroeit. Dit pluis werd vroeger gebruikt als vulling voor kussens.
De langgesteelde, ronde blaadjes van de vleesetende zonnedauw (zie foto) hebben lange klierharen. Elk haartje draagt een kleverig pareltje dat lijkt op een dauwdruppel. Het trekt vooral mieren en vliegen aan, die vervolgens aan de haren blijven kleven.
De bloem van de waterviolier lijkt op een pinksterbloem. Waterviolieren komen voor in zoet kwelwater. In Nederland neemt de soort sterk af.
Redacteur Paul Böhre volgt de natuur op de voet. Wil je weten wat in juni de highlights zijn in de natuur, lees dan in Roots zijn maandelijkse natuuroverzicht. Hij twittert er ook dagelijks over.