Vanaf donderdag 20 januari ligt de nieuwe Roots van februari bij abonnees op de deurmat én in de winkel. In dit nummer lees je o.a. over de helende kracht van de natuur, sneeuwhazen in de Noorse winter en maken we een kunstzinnig natuurommetje bij Oegstgeest. Lees je mee?
Ook bekijken we spreeuwen: een kleurrijke familie. Hieronder alvast een kort fragment uit het artikel, geschreven door Koos Dijksterhuis.
Flierefluiter met flair
Wereldwijd bestaan er 110 soorten spreeuwen (Sturnidae), waarvan vijftien van het geslacht Sturnus, waartoe onze eigen spreeuw behoort. Van al die spreeuwensoorten komen er maar drie voor in Europa. Behalve de gewone is er een zwarte spreeuw, die op het Iberisch schiereiland en in Noord-Afrika leeft. En er is een roze spreeuw, die vanuit Zuidoost-Europa soms naar Nederland afdwaalt. Een nog spaarzamer bezoeker is de Daurische spreeuw, die een hoogst enkele keer uit Azië in Europa belandt. Ten slotte zijn er waterspreeuwen. Alleen zijn dat geen spreeuwen, ze heten alleen maar zo. Buiten Europa komen spreeuwen van nature voor in Afrika, Azië, Noord-Australië en Oceanië. Maar als huisdier of verstekeling zijn deze vogels door mensen overal naartoe gebracht. In de Verenigde Staten haalde de spreeuw in ruim een eeuw de top-10 van talrijkste broedvogels. Behalve de Balispreeuw, de roze spreeuw en de waterspreeuw horen de hieronder beschreven soorten tot de vijftien Sturnus-spreeuwen.
Spreeuw (Sturnus vulgaris)
Al eeuwen geleden waren spreeuwen geliefd als huisdier en tuindier. Als huisdier omdat ze zo mooi zongen, als tuindier omdat ze eieren leverden en weilanden bevrijdden van larven. Al werden ze ook gedood omdat ze kersen eten. Tegenwoordig worden de dieren indirect vergiftigd, door insecticiden die hun voedselvoorraad uitroeien. In dertig jaar tijd is hun aantal gekelderd.
Spreeuwen zijn in de vlucht herkenbaar aan hun driehoekige vleugels en op de grond aan hun wandelende tred. Ze lopen als duiven, ze hippen niet als merels en mussen. Na de zomer hebben ze geruid en zijn ze wit bespikkeld. Gedurende de winter slijten de witte toppen van hun veren en worden ze zwart. In de lente komt hun paarse en groene gloed het best uit de verf. Spreeuwen zijn op hun mooist als hun veren versleten zijn.
Zwarte spreeuw (Sturnus unicolor)
Als je in de zomer een spreeuw in Spanje of Portugal ziet, is het een zwarte. Zwarte en gewone spreeuwen zijn sterk verwant, en waarschijnlijk door de bergachtige scheiding van hun leefgebieden relatief kort geleden tot aparte soorten geëvolueerd.
Zwarte spreeuwen eten ongeveer hetzelfde als gewone spreeuwen: insecten in de zomer, zaden in de winter en vruchten als die er zijn. Ze lijken sterk op gewone spreeuwen, ze zijn alleen niet vlekkerig. Sturnus unicolor luidt hun wetenschappelijke naam: effenkleurige spreeuw.
Nieuwsgierig naar de rest van de spreeuwenfamilie? Je leest het hele artikel in ons nieuwste februari-nummer dat hier te verkrijgen is.
En verder nog in de nieuwe Roots van februari 2022:
- Winterstil wandelen op Schiermonnikoog
- Begin na het einde: dood hout zit vol leven
- Over de tong: van bladgrijper tot vliegenvanger
- In de ban van… ‘Zonder wieren zou er niets in zee kunnen leven.’
En natuurlijk nog veel meer!
Wil je de nieuwste Roots online bestellen? Dat kan heel eenvoudig en snel, ga hiervoor naar onze shop. Bij de bestelling van deze editie betaal je géén verzendkosten. Veel leesplezier!
Foto bovenaan: Ernst Kremers