Het WNF brengt iedere twee jaar een rapport uit over de staat van de aarde, het Living Planet Report. Het gisteren gepubliceerde rapport schetst een tamelijk somber beeld. Als we niets veranderen aan de manier waarop er met de aarde wordt omgesprongen zullen er in 2020 (over vier jaar dus) 67% minder zoogdieren, vogels, vissen, reptielen en amfibieën zijn.
“De afname van wilde dieren gaat in een schrikbarend hoog tempo”, aldus Kirsten Schuijt, directeur van het WNF. “We dreigen niet alleen orang-oetans, olifanten en neushoorns kwijt te raken, veel meer soorten staan onder druk.”
Hoogste tijd dus voor maatregelen om deze natuurramp te voorkomen. De kernwoorden zijn: duurzame voedselproductie en groene energie. Met name de productie van soja en palmolie verwoest de natuur in Zuid Amerika en Indonesië. Maar ook in Nederland hebben veel weidevogels het moeilijk door de intensieve landbouw.
Ook positief nieuws
Maatregelen die de natuur kunnen redden zijn nodig en er is voldoende bewijs dat dit soort maatregelen ook echt helpen. Eerder genomen maatregelen hebben namelijk al heel veel winst opgeleverd. Zo is er ook positief nieuws te melden. Door conservatie-projecten van de Chinese overheid is de panda-stand weer redelijk op peil en in Europa keert de lynx weer terug.
In Nederland maken de bever en de otter een succesvolle rentree.
Er zijn voorbeelden genoeg van geslaagde natuurbescherming, aldus het WNF. Dat is hoopvol en moet dus ook voldoende motivatie geven om het tij te keren.