Maak een account aan en switch eenvoudig tussen jouw favoriete magazines


Zuid-Georgië: kroonjuweel van natuurherstel

Marloes Blom

5 maart 2025 .

Zuid-Georgië

Mijlenver van de bewoonde wereld ligt het eiland Zuid-Georgië in de koude wateren rond Antarctica. Het is één van de laatste natuurparadijzen op aarde, en daarmee ook een prachtig monument voor de belangrijke waarde van intensieve natuurbescherming.

Reeds in 1675 wordt Zuid-Georgië opgemerkt door de Britse ontdekkingsreiziger en koopman Anthony de la Roché. Omdat er ‘zelfs geen enkele struik te zien is’, zien hij en zijn bemanning er de waarde niet van in; ze laten het eiland links liggen. In 1775 herontdekt de beroemde James Cook het door de Britten South Georgia gedoopte eiland tijdens zijn zoektocht naar het beoogde continent Terra Australis en zet er als eerste voet aan wal. Cook onderneemt twee expedities, ontdekt meerdere eilanden, maar moet tot de conclusie komen dat Terra Australis niet bestaat. Cape Disappointment, het meest zuidelijke puntje van Zuid-Georgië, draagt niet voor niets deze veelzeggende naam.

Intensieve jacht

Gelegen in the middle of nowhere barst het eiland van het leven, met ontelbare zeeberen (pelsrobben) en walvissen. Hoewel men deze kostbare ‘schat’ verborgen probeert te houden, bereiken de verhalen erover uiteraard de bewoonde wereld, waarna in de 18e eeuw gestart wordt met een intensieve jacht op de zeeberen. Vooral de vacht is populair. Maar ook het vet wordt benut; door het te koken komt er olie vrij. Vanaf de 19e eeuw vestigen ook walvisvaarders zich op Zuid-Georgië. Sterker nog, het eiland wordt wereldwijd het middelpunt van de walvisvangst. Maar liefst 175.000 dieren komen hier aan hun einde. Het scheelde dan ook niet veel of de zeeberen en walvissen zouden uitsterven op en rond Zuid-Georgië.

Vergaande natuurbescherming werkt: 4,5 miljoen zeeberen

In 1960 greep de overheid in en er volgde een totaalverbod op de jacht. De walvisstations met hun grote ketels en opslagtanks bleven als stille getuigen achter in het landschap, zoals in de niet permanent bewoonde hoofdplaats Grytviken. Nu, ruim 60 jaar later zijn de populaties weer bijna op hun oorspronkelijke aantallen. 4,5 miljoen zeeberen en een half miljoen zeeolifanten bevolken Zuid-Georgië, een bewijs dat vergaande natuurbescherming werkt.

Zeeberen en koningspinguïns delen de kustvlakte van St. Andrews Bay.

Sinds 2018 knaagdiervrij

De mens zorgde echter niet alleen voor een slachting onder de grote dieren. Ze namen, soms bewust, vaak onbewust, ook nieuwe dieren met zich mee. Muizen en ratten kregen bij gebrek aan natuurlijke vijanden vrij spel en bevolkten dan ook al snel alle plekken waar de mens aan land kon komen. Met name de ratten stortten zich op de vogeleieren, waardoor de aantallen vogels sterk terugliepen.

Tussen 2011 en 2018 openden natuurbeschermers, volledig gefinancierd met behulp van particuliere donaties, de jacht op de muizen en ratten, door vanuit helikopters brokjes gif uit te strooien. Dit gebeurde zeer nauwkeurig met gps, zodat geen enkel stukje werd overslagen. Lastige plekken werden met de hand gedaan. De operatie bleek succesvol, het gehele eiland is al sinds 2018 knaagdiervrij.

Ook bescherming op zee

In een ruime zone rond Zuid-Georgië mag niet gevist worden, zodat de zeezoogdieren en vogels voldoende voedsel kunnen vinden en niet in netten verstrikt raken. Buiten deze Zone bevindt zich een van de grootste maritieme beschermde gebieden ter wereld en is het vissen met netten verboden. Men vist er alleen nog met lange lijnen. Omdat dit alsnog het leven kostte aan menig albatros, mag er nu louter nog buiten het broedseizoen en alleen ’s nachts gevist worden. Ook zijn er een sterk gelimiteerd quotum en kostbare licenties.

Wenkbrauwalbatrossen. Om albatrossen te beschermen mag men er louter nog buiten het broedseizoen en alleen ’s nachts vissen, en alleen met lange lijnen.

Spectaculaire kolonies pinguïns

Al deze maatregelen werpen hun vruchten af: het leven gedijt er weer als voorheen, alsof de mens het eiland nog nooit heeft betreden. Spectaculair zijn de kolonies van tienduizenden tot soms honderdduizenden koningspinguïns, macaronipinguïns en stormbandpinguïns. Vier soorten albatrossen bevolken kleinere, kale rotseilanden, terwijl in het koude oceaanwater talloze bultruggen, vinvissen en orka’s rondzwemmen. Zuid-Georgië toont dat vergaande natuurbescherming loont en dat op deze manier de laatste wildernissen van de aarde behouden kunnen worden.

Koningspinguïn. Op Zuid-Georgië zijn kolonies van tienduizenden tot soms honderdduizenden koningspinguïns, macaronipinguïns en stormbandpinguïns.

Stichtingen voor behoud

De South Georgia Heritage Trust (SGHT) en Friends of South Georgia Island (FSGI) zijn beide opgericht om de inheemse planten en dieren te beschermen, en om het historische erfgoed te behouden. Beide stichtingen zijn bijvoorbeeld verantwoordelijk voor de geslaagde bestrijding van ratten en het trainen van speciale speurhonden. De stichtingen moeten het geheel hebben van particuliere donaties. SGHT runt in Grytviken het South Georgia Museum.

Zuid-Georgië

Engelse naam: South Georgia.
Lengte: 160 km.
Breedte: gemiddeld 30 km.
Hoogste punt: 2.934 m (Mount Paget). Nog eens 20 bergen zijn hoger dan 2.000 m.
Aantal gletsjers: ruim 160 (ruim de helft van Zuid-Georgië is permanent bedekt met sneeuw en ijs).
Aantal eilanden: ruim 70.
Aantal broedvogelsoorten: 31, waarvan 27 zeevogels en 6 pinguïnsoorten.
Aantal vaatplantsoorten: 25.
Aantal inwoners: 0.

Meer lezen

  • Van koningspinguïn tot keizerspinguïn: zeven weetjes over pinguïns
  • De Canon van de Nederlandse natuur beschrijft vijftig planten- en diersoorten die typisch zijn voor Nederland, inclusief enkele kenmerkende verschijnselen. Roots bladerde er doorheen, samen met auteur Dick de Vos: ‘Je kunt eindeloos blijven ontdekken in de natuur.’

Tekst en foto’s: Bob Luijks

Hart voor de natuur: klik hier voor  tips voor verantwoord fotograferen