Nu te fotograferen – juli en augustus

René Alblas

27 juni 2022 .

Onder de titel “Nu te fotograferen” vind je elke maand in Roots leuke tips voor onderwerpen die je op dat moment goed kunt fotograferen. Hieronder geven we nog extra tips voor een maand lang fotografieplezier!

 

Nu te fotograferen: Veenpluis

Veenpluis is een zeer opvallend plantje met lange witte haren. Met de juiste belichting en met de juiste achtergrond is het zeer fotogeniek.

• Je vindt veenpluis in natte gebieden. In hoogveengebieden vind je het vaak in oude turfgaten, verder komt deze plant voor op natte heide, langs greppels en vennen, in broekbossen en in duinvalleien. In Drenthe heb je de meeste kans. Ook de in de Kempen en de Ardennen komt veenpluis regelmatig voor.

• Je kunt de pluizen het beste fotograferen met laag licht, dus vroeg in de ochtend of ’s avonds. En dan bij voorkeur tegenlicht. De uiteinden van de lange witte haren krijgen dan een prachtige gouden gloed.

• Een veld vol veenpluizen kan aantrekkelijk zijn om te fotograferen. Maar pas op met de achtergrond. Als deze erg rommelig is kan je onderwerp hierin verdwijnen. Werk in dat geval met een lage diafragmawaarde. Bij een opname van een enkele bloem kun je sowieso het beste voor een geringe scherptediepte kiezen.

Foto: Gerard Schouten

 

Nu te fotograferen: Bergen

Berglandschappen nodigen uit om de camera tevoorschijn te halen. Maar soms blijken de foto’s bij thuiskomst niet helemaal het gevoel van het belevingsmoment weer te geven.

• Zorg ervoor dat je niet met je rug naar de zon toe staat. De bergen voor je camera hebben dan weinig of geen schaduwen en ogen daardoor zeer plat. Als het licht van opzij komt, ontstaat er meer diepte in het beeld. Ook hier geldt dat een lage zonnestand (’s ochtends of ’s avonds) de beste en meest sfeervolle resultaten geeft. Vroeg in de ochtend heb je ook de meeste kans op fotogenieke nevels in het dal.

• De beste plek om te fotograferen is meestal niet in het dal. Beklim een wat lagere berg/heuvel om een mooi zicht op de omringende toppen te hebben. Vanaf de allerhoogste top heb je vaak geen zicht meer op het dal en dat kan je foto juist weer saaier maken. Zorg voor een interessante voorgrond, zoals een struik of een mooie steen, om meer diepte aan het beeld te geven. Een lichte nevel in het dal geeft extra diepte in je foto. Ook reflecties in een bergmeer kunnen je beeld interessanter maken.

• Bij zonnig weer is het vaak nodig om onder te belichten. Zeker als je hogere bergtoppen in de verte wilt fotograferen zul je flink moeten corrigeren in de belichting, anders zul je ze niet terugvinden in je foto.

• Twee specialisten in bergenfotografie: Marc Adamus en Vincent Favre.

Foto: Harold van den Berge

 

Nu te fotograferen: Jonge vossen

De meeste vosjes worden in maart en april geboren. De eerste drie weken komen ze niet buiten het vossenhol. Maar daarna komen ze steeds iets langer buiten. In juni/juli zijn de jonge vosjes al vaak te zien, soms ook spelend met elkaar of met hun moeder.

• In de Amsterdamse Waterleidingduinen is de kans op het zien van jonge vosjes in deze maand vrij groot. Maar vanwege de enorme populariteit van dit gebied kan het lastig zijn om in alle rust de jonge vosjes te bespieden en te fotograferen.

• Benader de vosjes altijd voorzichtig. Regenachtig weer maakt dat makkelijker. Kurkdroge takjes en bladeren maken immers veel meer geluid als je aan komt sluipen. Let ook op de windrichting. Als je de wind in de rug hebt, is de kans groter dat de vosjes je opmerken. Met een telelens kun je de nodige afstand bewaren.

• Heeft het vosje jou opgemerkt en kijkt het naar jou? Dan kun je een “recht in het gezicht” portret maken. Dat levert vaak een aansprekende foto op. Maar het is ook minder natuurlijk. Een ongestoorde vos gaat gewoon zijn gang en kijkt niet in de camera. Oordeel zelf wat je het mooist vindt.

Foto: Douwe Weima

 

Nu te fotograferen: Bevertjes

Dit extreem fotogenieke grasplantje bloeit in juni. Bevertjes houdt van kalkrijke grond. De meeste kans om bevertjes tegen te komen is in Zuid Limburg, langs de IJssel, in de Ardennen en in de duinen. De naam heeft overigens niets met bevers te maken. De kleine aren van deze plant bungelen (beven) heen en weer in de wind.

 

• Bevertjes is een zeer fragiel plantje en verdwijnt dus snel in de achtergrond. Probeer een exemplaar te vinden dat op enige afstand staat van andere planten. En werk met een (zeer) beperkte scherptediepte, zodat de achtergrond onscherp wordt.

• Wees voorzichtig als je dit plantje gaat fotograferen. Vertrap geen andere exemplaren van deze kwetsbare Rode Lijst plant. “Gewoon gras” dat de compositie verstoort kun je wegknippen, maar doe dat dus niet met storende bevertjes.

• Pas op voor fel zonlicht. De aartjes van deze plant glimmen een beetje, daardoor kan een felle zon witte uitgebeten plekken veroorzaken in je foto. Als je geen planten in de schaduw kunt vinden en geen zonnescherm of paraplu blij je hebt, kun je ook je eigen bovenlichaam als zonnescherm gebruiken.

Foto: Olaf Oudendijk

 

 

 

 

 

 

 


Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief

Ontvang elke week het laatste natuurnieuws van Roots!


Meer Natuurfotografie