Kleurrijke wielewaal

Paul Bohre

07-06-2022 00:00:00

Paartje Wielewaal zit bij nest en man voert vrouw met insecten; Pair Eurasian Golden Oriole sitting near nest and male feeding female with insects

Wie voor het eerst een wielewaal ziet, zal misschien eerst denken aan een ontsnapte kooivogel. De kleurrijke wielewaal doet on-Nederlands aan. Al zul je zijn overbekende heldere ‘dudeljo’ zang vaker horen, dan dat je de vogel ziet.

Maar weinig vogels zijn zo kleurrijk, en tegelijkertijd zo moeilijk te vinden als de wielewaal. Ze verbergen zich graag in de toppen van de bomen. Op een dag in mei zijn ze er ineens. En klinkt hun vrolijke ‘dudeljo’ gezang hoog uit de bomen. Meteen een teken dat het ook al weer bijna zomer is. Wielewalen arriveren als een van de laatste trekvogels uit tropisch Afrika. Van zichtbare doortrek is echter geen sprake: alleen langs de meest zuidelijk trektelpost Breskens worden ieder voorjaar wel een paar kleine groepjes wielewalen gezien. Nederland ligt op de uiterst noordwestelijke grens van hun verspreidingsgebied. Maar met wat geluk zie je ze wel in de duinen, als ze kortstondig vanuit de top van een meidoorn zingen.

Kleurrijke wielewaal

Het buidelvormige nest bevindt zich goed gecamoufleerd hoog in de boom. Foto: Otto Plantema

 

Veel kabaal

Wielewalen zingen niet alleen hoog in de boom, ze zoeken er ook naar voedsel wat vooral bestaat uit rupsen, insecten en vruchten. Het vrouwtje zul je nog moeilijker ontdekken: zij is veel ingetogener van kleur. Met haar olijfgroene verenkleed valt ze helemaal niet op tussen de groene bladeren. Op zonnige dagen, zeker als ze net gearriveerd zijn, maken ze wel veel kabaal. De mannetjes zingen dan een groot deel van de dag door hun helder fluitende ’dudeljo’ of ’wieoo-waao’, hoewel de zangpiek vooral in de ochtend- en avondschemering ligt.

Kleurrijke wielewaal

Het mannetje van de kleurrijke wielewaal kijkt alert vanaf een tak. Foto: Otto Plantema

 

Kleurrijke wielewaal

Voor het broeden zijn wielewalen gebonden aan dichte groepen loofbomen. Daarom zijn ze het meest te vinden in vochtige broekbossen en (oude) populierenbossen in midden en oost-Nederland. Op de drogere gronden vooral in zomereiken en soms (zoals in de Peel) in berken. Maar altijd hoog in de bomen. Vandaar dat je ze vooral hoort, en alleen met veel geduld en geluk een glimp van ze ziet. Een moment dat je daarna niet snel vergeet. Want het mannetje ziet er met zijn boterbloemgele en zwarte verenkleed uit als on-Nederlandse, eerder tropische verschijning.

 

Recente Editie

Meer Vogels