Nu te fotograferen: drieteenstrandlopers

Als het aantal strandbezoekers afneemt, wordt het fotograferen van drieteenstrandlopers langs de vloedlijn weer leuk. Je vindt deze fotogenieke dribbelaars de hele winter langs de Noordzeekust. We geven 7 handige fototips.

Drieteenstrandlopers dribbelen meestal in groepjes langs de branding, op zoek naar eten. Deze vogels hebben geen achterteen en ontlenen daaraan hun naam. De dieren worden ongeveer twintig centimeter groot. In de winter zijn de dieren grijs/wit in de zomer kleuren ze roestbuin. De snavel en poten zijn jaarrond zwart. Drieteenstrandlopers broeden in het hoge noorden: in Canada, Groenland, Spitsbergen en Siberië. In september trekken ze naar het zuiden. Een deel maakt een tussenstop in Nederland en een ander deel blijft de hele winter langs de Nederlandse en Belgische kust.

Fototips drieteenstrandlopers

• Benader de vogeltjes voorzichtig. Ga op enige afstand op je buik liggen en schuif langzaam dichterbij. Zo heb je de meeste kans dat ze niet wegvliegen. Een telelens is een must, omdat je anders sowieso té dichtbij komt.

• Fotografeer op ooghoogte en zorg ervoor dat er een twinkeltje in het oog is te zien.

• Door het lage standpunt ben je geneigd om je camera misschien wel op het zand te leggen. Dat kan slecht zijn voor je camera. Eén miniscuul korreltje kan een hoop schade aanrichten in je camera. Gebruik dus liever een grondstatief of een oude koekenpan, waarin je de camera kunt plaatsen.

• Gebruik een korte sluitertijd (1/1000 of korter) als je actieve drieteenstrandlopers fotografeert. Ze bewegen nogal snel tijdens het foerageren. Voor rustende exemplaren kun je langere sluitertijden gebruiken, waardoor de golven in de achtergrond ook een mooie bewegingsonscherpte kunnen krijgen. Om met een korte sluitertijd toch een vage (zee)achtergrond te maken, gebruik je een lage diafragmawaarde. Gebruik ook autofocus voor de snel bewegende vogeltjes, dan blijven ze scherp in beeld.

• Deze omgevingselementen maken je opname nog interessanter: schuim, schelpen en wier op het strand en een mooie reflectie van de vogel(s) in een laagje water.

• Een groepje drieteenstrandlopers kan heel fotogeniek zijn. Kijk dan wel goed naar de kadrering. Lukt het om een groepje te isoleren en daarbij alle vogels binnen het beeld te krijgen? Of moet je dieren gaan aansnijden? Pas er in dat laatste geval voor op dat je geen half aangesneden vogelkopjes in beeld brengt en bij voorkeur ook geen vogellijven zonder kop.

• Ren niet achter de razendsnelle vogeltjes aan. Wacht rustig af als de beestjes net voor je neus vertrekken. Meestal komen ze wel weer terug op dezelfde plek.