Zuidpoolblog deel 2: Omringd door albatrossen

René Alblas

29 december 2016 .

Op weg naar de Zuidelijke Oceaan wordt de boot vergezeld door albatrossen. We varen de Antarctische grens over: het ‘zevende’ continent is bereikt!

Deel 2 van de reisblog van Gemma Venhuizen.

Dag 3

‘Nu zijn we op vakantie en moeten we alsnog stofzuigen’ verzucht Petr uit Tsjechië naast me. Maar het is voor een goed doel: voordat we aan land gaan, moet al onze kleding schoon zijn – vrij van mogelijk indringers in de vorm van plantenzaden.

Samen met Johni uit Zweden sta ik op het voordek, op zoek naar albatrossen. Vanochtend heeft hij een zuidelijke koningsalbatros gezien, met een spanwijdte van ruim 3 meter – bijna net zo groot als de grote albatros (met een spanwijdte van 3,5 meter de grootste van alle 22 albatrossoorten). De vleugels van albatrossen zijn zo groot, vertelde expeditieleider Sebastian, dat ze weliswaar heel goed kunnen zweven, maar niet goed kunnen fladderen. Opstijgen en landen gaat dus wat onbeholpen. Nog altijd waait het flink. De zon schijnt door de opspattende regendruppels en maakt zo miniregenbogen op het water.

De Nederlandse bioloog Arjen Drost, een van de gidsen aan boord, vertelt ons om goed op de snavelpunt van de albatrossen te letten: daaraan hangt vrijwel standaard een druppel. Niet omdat ze permanent verkouden zijn, maar omdat ze via die druppel hun overtollige zout kwijtraken. Ze drinken zeewater, en hebben een speciale buis in hun snavel ingebouwd die het zout eruit filtert.

Albatrossen brengen vrijwel hun hele leven op zee door en leggen per week duizenden vliegkilometers af – in hun ‘puberteit’, oftewel de eerste vijf jaar van hun leven, komen grote albatrossen in principe zelfs helemaal niet aan land. Pas daarna gaan ze op zoek naar een partner en keren ze jaarlijks naar het vasteland terug om zich voort te planten.

Roetkopalbatros

Dag 4

De Drake Passage was ons vannacht gunstig gezind. Geen torenhoge golven meer, maar een kalme oceaan die me zachtjes in slaap wiegde.

Na het ontbijt vertrek ik richting dek – buiten gebeurt het, tenslotte. De zon schijnt en het sneeuwt zelfs een klein beetje.

De zee ziet er nog altijd hetzelfde uit, maar de vogels zijn veranderd: naast de wenkbrauwalbatros vliegen nu ook de roetkopalbatros en de grijskopalbatros rond het schip. Die eerste heeft een vriendelijke gezichtsuitdrukking, de tweede kijkt nogal chagrijnig. Die verandering in vogels heeft te maken met het feit dat we afgelopen nacht de Antarctische Convergentie over zijn gevaren: de zone waarin het relatief warme water van de Atlantische Oceaan ‘botst’ met het koude water van de Zuidelijke Oceaan. Ten zuiden van deze grens is, door de andere eigenschappen van het zeewater, het onderwaterleven anders dan in het noorden – en dat heeft weer invloed op de aanwezige vogels.

De Antarctische convergentie wordt ook vaak beschouwd als de grens van het continent. We hebben nu dus officieel Antarctica bereikt!

Zwemmende stormbandpinguïns

Foto’s: Erik de Just

Freelance journalist Gemma Venhuizen reist voor Roots naar Antarctica, op zoek naar keizerspinguïns en bultruggen. Wil je ook op poolexpeditie naar ‘het einde van de wereld’, aan boord van een ijsversterkt schip? In samenwerking met Oceanwide Expeditions biedt Roots eind 2017/2018 twee spectaculaire reizen naar het Antarctisch Schiereiland aan. Hier lees je er alles over.

Meer Zuidpoolblogs lezen?

Blog 1, De Drake Passage

Blog 3, De eerste keizerspinguïn

Blog 4, Op bezoek bij de adéliepinguïns

Blog 5, Afscheid en de Antarctica-plunge


Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief

Ontvang elke week het laatste natuurnieuws van Roots!


Meer Blog