Speeltuin voor vogelfotografen

Paul Bohre

18-06-2014 00:00:00

Staple Island

DOOR: PAUl BÖHRE

Van 9 tot en met 15 juni mocht ik een reis begeleiden voor lezers van Roots naar de Farne Eilanden. Deze rotsachtige vogeleilanden liggen 2,5 tot 7,5 kilometer uit de kust van Northumberland, halverwege het vissersdorpje Seahouses en het indrukwekkende Castle of Bamburgh. Afhankelijk van het tij zijn er 15 tot 28 eilanden zichtbaar. Het is een wereldberoemd zeevogelreservaat, en er bevindt zich een enorme kolonie grijze zeehonden. We gaan meteen al de eerste middag op pad met de Glad Tidings: de boot die ons rond de eilanden vaart en waarmee we tenslotte landen op Inner Farne, het dichtst bij de kust liggende grote eiland. Onderweg genieten we van de vele zeekoeten, alken, kuifaalscholvers, drieteenmeeuwen, sterns en de allergrootste attractie van de Farne eilanden: de 55.000 papegaaiduikers.
Tevoren heb ik contact met fotograaf Marcel van Kammen, die al vaker op deze eilanden is geweest. Of hij tips heeft waar we het beste de papegaaiduikers kunnen fotograferen? “Dat kan overal, want ze broeden in alle hoeken en gaten op de eilanden, maar om ze met visjes in de bek te fotograferen – mijn persoonlijke wens – dat valt nog helemaal niet mee,” waarschuwt hij. Het is hem maar één keer gelukt, en eigenlijk al in de eerste minuten dat hij er was. Daarna lukte het hem niet meer. “Je moet geluk hebben.”
Eenmaal op Inner Farne worden we van alle kanten belaagd door agressieve noordse sterns.

Iedereen wordt aangeraden een dikke hoed met flinke randen te dragen. De vrouwtjes sterns broeden zelfs op het pad, vandaar dat de mannetjes gewoon op je hoofd gaan zitten en er op los pikken, soms tot bloedens toe. Eenmaal boven op het eiland is dat voorbij, en zie je werkelijk overal papegaaiduikers. Ze lopen over het pad, vliegen over je hoofd, duiken in een keer met een bek vol visjes in hun nestholte. Meteen begrijp ik waarom: ze worden van alle kanten belaagd door kokmeeuwen. Die rotbeesten achtervolgen ze zelfs tot in hun hol, en wachten vervolgens of ze er weer uit komen. De meeste papegaaiduikers zijn zo in paniek, dat ze vaak het verkeerde hol ingaan. En dan wachten de meeuwen gewoon weer tot ze eruit komen. Zo gaat het af en aan, steeds flitsen er papegaaiduikers voorbij verdwijnen in slechts luttele seconden ondergronds. Laat staan dat je er relaxt een foto van kunt maken. Teleurgesteld stap ik een uur later op de boot terug naar het vasteland. Heb wel mooie plaatjes van groepjes papegaaiduikers, maar die ene foto met een bek vol vis zit er niet bij. Een paar deelnemers hadden meer geluk.
Later die week krijg ik een herkansing op een andere plek: Staple Island. Hier zijn bijna geen kokmeeuwen. Ik loop meteen naar de rand van het eiland en zie een paar papegaaiduikers aan komen vliegen, waarvan één met vis. Dan gebeurt waar ik op hoop: een van de vogels heeft een rij visjes in zijn bek. Het lijkt wel of hij mijn smachtende blik ziet, want hij landt pardoes voor mijn neus. Parmantig draait hij zelfs een paar keer met de kop zodat ik hem van alle kanten kan fotograferen. Onze meegereisde fotografie ‘coach’ Ernst Dirksen had al eerder gezegd: fotografeer ze ook van voren. Dan kijken ze extra koddig in de camera. Hij krijgt gelijk. Dan kijkt de papegaaiduiker me nog even aan en vliegt weg, naar zijn nestholte, een paar meter achter me. Ook de andere deelnemers hebben schitterende foto’s kunnen maken van de vele duizenden vogels op het eiland. De Farne eilanden zijn net een speeltuin voor vogelfotografen, getuige de vele gelukkige blikken op de vele camera’s als we terugvaren. En er volgden nog veel meer mooie foto-ervaringen tijdens deze Roots reis. Hierover bericht ik in de komende blogs meer…

Recente Editie


Meer Blog