Op zoek naar de moeflon: het schaap van de eeuw

Paul Bohre

27 mei 2021 .

Het is dit jaar exact honderd jaar geleden dat de moeflon, een wild schaap, is uitgezet op het Nationale Park De Hoge Veluwe. De kudde is nog steeds vitaal en bestaat uit ongeveer 230 dieren. Roots redacteur Paul Böhre ging met de boswachter op zoek naar de moeflon, vooral naar de mekkerende lammetjes die je al van ver kunt horen.

Samen met boswachter Henk Ruseler zetten we tevoren een route uit over het Park. “Moeflons trekken altijd op met hun neus tegen de wind op, zodat ze gevaar kunnen ruiken”, legt Ruseler me uit: het zijn nog steeds schuwe dieren en echte nomaden. Ze zwerven in de loop van het voorjaar in groepjes uit over het hele gebied. Maar uitgaande van de wind maken we vandaag de beste kans op en rond het Deelense Veld en lagergelegen stuk bos met hei naast het vliegveld Deelen. In die hoek vinden ze nu de rust voor de kudde en de lammetjes.”

Op zoek naar de moeflon

Doorkijkje tussen de eiken door met uitzicht op de spelende moeflon lammetjes. Foto Henk Ruseler

 

De eerste lammetjes

Vanaf februari worden de jonge moeflons geboren, vertelt Ruseler ondertussen: ‘Zo’n ooi voelt de geboorte van haar jong feilloos aankomen en zondert zich dan gedurende een aantal dagen af in het bos. Zo heeft ze na de worp tijd om een band op te bouwen met haar lam, waarna ze samen terugkeren naar de kudde. Het leuke is dat de lammetjes rond deze tijd meer en meer met elkaar gaan spelen en vaak blaten. Dat kun je ze op een redelijke afstand horen. Maar we moeten wel erg voorzichtig zijn. Het zijn gevoelige dieren met zeer goed ontwikkelde zintuigen. Horen en ruiken doen ze prima maar ze hebben vooral een uitstekend gezichtsvermogen. En als ze het niet vertrouwen, rennen ze en masse weg.”

Op zoek naar de moeflon

Een afgeknabbeld bonsaï-boompje. Foto Paul Bohre

Bonsaiboompjes

Behoedzaam struinen we over de vlakte van het Oud-Reemsterveld en komen daarna op het meer zandige stuk van De Pollen. We blijven om ons heen kijken. “Moeflons zijn meer nog dan wilde zwijnen, reeën en edelherten overdag actief en regelmatig te zien”, aldus Ruseler. Ze leven in kuddes, mannetjes en vrouwtjes door elkaar, en scharrelen zo hun vaak zeer karige dagelijkse kostje bij elkaar: buntgras, korstmos, verse takken van jonge dennenboompjes.” Ruseler wijst me op de afgeknabbelde dennenboomstompje, die hij steevast ‘bonsaiboompjes’ noemt. “Juist het continue afgrazen van dennenboompjes voorkomt dat de vlakten dichtgroeien. De moeflon helpt ons dus bij het beheer van de open terreinen. Wat weer heel belangrijk is voor zeldzame dieren die juist hiervan profiteren, zoals de zandhagedis, tapuit en lentevuurspin.”

Op zoek naar de moeflon

Regelmatig komen de lammetjes drinken bij moeders, waarbij ze kwispelen met hun kleine staartje. Foto Paul Bohre

Dartelende lammetjes

We komen uiteindelijk in een wat beschutter deel van het Park: bos afgewisseld met stukje open heide en wat weidjes, aan de rand het Deelense Veld. Dan horen we ineens een luid gemekker. Bingo! Opeens zien we wel tien lammetjes achter elkaar rennen. Met verrekijker bekijk ik een paar rammen met hun opvallende ronde horens. “Deze driehoekige horens, ook wel slakken genoemd, worden niet afgeworpen maar groeien door”, fluistert Ruseler. “Dat groeien stopt alleen even tijdens de jaarlijkse bronst. Zo vormen de staande ribbels zich, en kun je aan deze ‘jaarringen’ precies zien hoe oud die moeflon is. De vrouwtjes, ooien, dragen soms ook horentjes, maar deze zijn in tegenstelling tot die van de rammen ovaal van vorm, en korter.”

 

Wit achterspatbord

De meeste rammen hebben een opvallende witte rugvlek, net een zadels. In de winter zijn die nog witter van kleur. Maar wat nu nog meer opvalt, zijn hun witte achterspatborden. Ruseler: “Een goed kenmerk van het moeflonschaap. De komende tijd zal het lammetje zich vooral oriënteren op de witte strepen (‘spiegels’ in vaktermen) op het achterwerk van de ooi waar ze bijhoort. Een geweldig goed oriëntatiepunt. “Prachtig gezicht hé, vervolgt Ruseler, zichtbaar opgelucht dat we de moeflons toch gevonden hebben. “Ook machtig mooi zijn de gevechten die de rammen in de bronsttijd, september-oktober, uitvoeren door met hun hoorns tegen elkaar te rammen. Ook een geluid van de moeflons dat je op grote afstand kunt horen.” Ik kom hier zeker nog een keer terug.

 

Zelf moeflons zien en horen?

De moeflons zijn overdag actief. De beste kansen om ze te zien en te horen maak je langs de Wildbaanweg, Reemsterweg en de Kemperbergerweg. Beste is gewoon de wandelpaden af te lopen  over de vlaktes van het Oud-Reemsterveld, De Pollen, het Deelense Zand, Deelenseveld en Eikehoutbergen. Kijk voor actuele informatie op www.hogeveluwe.nl, en klik door op ‘Ontdek het park’’.

Een speciale wandeling “Op zoek naar moeflons” vind je in de wandelapp IVN Routes.

 

Kijktip

Ga vooral eens een tijdje met je rug tegen een boom zitten met uitzicht op een lang zandpad of een grotere vlakte en speur dan met de verrekijker het gebied geregeld af.

 

De Hoge Veluwe behoort tot de mooiste zandverstuivingen van Nederland.

Lees hier het blog van boswachter Henk Ruseler over de bronstige moeflons.

De leukste natuurvragen in Roots

In de Roots van juni staat een uitgebreid verhaal over de moeflons. Bestel het juninummer eenvoudig online.


Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief

Ontvang elke week het laatste natuurnieuws van Roots!


Meer Dieren