De adder is de enige gifslang van Nederland; het dier is ook de mascotte van het nationale park De Meinweg, een rijkgeschakeerd natuurgebied ten oosten van Roermond. Deze ‘Meinwegadders’ zijn bovendien nét een beetje anders dan hun soortgenoten in de rest van Nederland.
De Meinweg is het decor van het langstlopende adderonderzoek van Nederland. In de jaren 70 van de vorige eeuw stortte bioloog Ton Lenders zich vol overgave op de adder en legde hij de basis voor een populatiestudie die nog steeds loopt. “De fascinatie voor reptielen en amfibieën zat er bij mij al jong in en de adder was en is een interessante soort om te bestuderen. We maken bij het onderzoek gebruik van individuele herkenning op basis van kopschildpatronen. De schubben op de bovenkant van de kop zijn qua groepering en grootte namelijk bij geen twee adders hetzelfde en vormen een uniek herkenningskenmerk dat te vergelijken is met een menselijke vingerafdruk.”

De schubben op de bovenkant van de kop zijn qua groepering en grootte bij geen twee adders hetzelfde.
Historisch dieptepunt voor de adder
Waar in de jaren 70 en 80 nog zo’n twaalfhonderd adders rondkropen in het Meinweggebied, is dat aantal inmiddels gedaald tot zo’n vier à vijfhonderd exemplaren. “Té grootschalig en verkeerd beheer in het verleden kostte veel dieren de kop, terwijl de verdroging van De Meinweg een doorlopend probleem vormt voor een soort die vooral houdt van leefgebieden als vochtige heideterreinen, moerassen en veengebieden”, vertelt Lenders.
In 2020 raasde bovendien een grote natuurbrand door De Meinweg. Gelukkig bleven veel kerngebieden van de adder grotendeels verschoond van de vlammenzee. Het goede nieuws is dat de soort dankzij beter beheer in veel deelgebieden van De Meinweg inmiddels weer lichtjes opkrabbelt van het historische dieptepunt begin deze eeuw.
Lees ook:
Wat een vraag: waarom ligt een adder vaak op een wandelpad?
Verwant aan Franse adders
De Limburgse adders nemen een unieke positie in Nederland in, alleen al omdat andere vindplaatsen in Nederland en de Euregio op grote afstand (minstens 75 kilometer in elke richting) van het Meinweggebied liggen. Maar ook genetisch en morfologisch (dat betreft de bouw en vorm van organismen en hun organen, red.) zijn er belangrijke verschillen tussen de adders in De Meinweg en hun soortgenoten die elders in Nederland rondkruipen.
Zo zijn de adders in Limburg gemiddeld groter, zwaarder en meestal ook wat anders gekleurd dan de exemplaren uit meer noordelijke gebieden. Zo vind je op De Meinweg veel roodbruine, soms zelfs bijna oranje vrouwtjes, een kleurschakering die je elders in Nederland minder tegenkomt. Onderzoek heeft uitgewezen dat de adders in De Meinweg genetisch het nauwst verwant zijn aan exemplaren uit de Franse Jura.

Paspoort van de adder, de enige gifslang van Nederland
Naam: adder
Wetenschappelijke naam: Vipera berus.
Lengte: maximaal 50-80 cm lang, in Scandinavië soms ruim 90 cm. Vrouwtjes worden groter dan mannetjes.
Kenmerken: hoewel ze geen uitwendige oren hebben, nemen ze wel trillingen waar. Ze kunnen ruiken met hun gevorkte tong door er geurdeeltjes mee op te vangen en die partikels door het orgaan van Jacobson te laten analyseren.
Voedsel: muizen, maar ook kikkers, hagedissen en kleine vogels staan soms op het menu. Jonge adders voeden zich met juveniele amfibieën en hagedissen of insecten.
Verspreiding: buiten De Meinweg komt de adder in Nederland nog voor op de Veluwe en in diverse hoogveengebieden in Drenthe, Overijssel en Friesland. De grootste aaneengesloten populaties leven in Friesland en Drenthe. Wereldwijd heeft de adder het grootste verspreidingsgebied van alle landslangen.
Het vervolg van deze reportage lees je in Roots maart.
Meer lezen
- De levendbarende hagedis is ons kleinste en meest algemene reptiel. Hij voelt zich overal thuis. De levendbarende hagedis is in Nederland de enige hagedis die eieren legt én eierlevendbarend is – en soms in omgekeerde volgorde. Natuurfotograaf Edwin Giesbers vertelt je meer over dit bijzondere reptiel dat ook zijn staart kan afwerpen.
- Het is misschien wel een van de meest fotogenieke amfibieën ter wereld: de boomkikker. Met ruim duizend soorten wereldwijd een globetrotter. In Nederland komen drie van de zes Europese soorten voor, blijkt uit recent DNA-onderzoek. En het gaat best goed met deze kwetsbare kwakers.
Tekst en foto’s: Frank Heinen