In het extra dikke winternummer van Roots vind je 101 winterse natuurweetjes: van glinsterend rijp tot slimme overlevingsstrategieën van dieren en planten. We geven 7 van deze winterweetjes cadeau en brengen zo de magie van de winter dichterbij.
1. De wijze bosuil neemt soms een tussenjaar

Bosuilen broeden soms al in februari, maar dat doen ze alleen als ze zich fit genoeg voelen. Tijdens een moeilijke winter waarin ze weinig prooien kunnen vinden, besluiten ze vaak een jaartje over te slaan. In sommige jaren komt 90 procent van de bosuilen niet tot broeden. Volgend jaar beter, zullen ze denken; uilskuikens zijn veeleisend en bosuilen (luister hier naar hun roep) kunnen 20 jaar oud worden, dus dat is een wijs besluit.
2. Mollenmannen breken in de winter een wandje door

Zelfs als ze op vrijersvoeten zijn, blijven mollen het liefst ondergronds. In december krijgen ze het weer in hun bol. Dan graven de mannen lange gangen tot ze in het territorium van een buurvrouw komen. Daarna is het een kwestie van een wandje doorbreken om nader kennis te maken. Als het klikt, blijven hun gangenstelsels de hele paartijd gekoppeld.

3. Wanneer begint de winter écht in 2025?
Voor gewone stervelingen begint de winter als de eerste sneeuwvlokken neerdwarrelen, maar officieel begint de winter in 2025 op maandag 21 december om 16.03 uur. Dan staat namelijk de zon loodrecht boven de Steenbokskeerkring en daarmee start per definitie de winter. (Foto: Ed Stam).
4. Microben houden een wisent warm…

De wisent is een herkauwer. In zijn pens leven grote hoeveelheden microben die de taaie kost die hij graast voorverteren. Af en toe boert de wisent een flinke plens op om die nog even goed te kauwen en vervolgens weer door te slikken. De microben breken niet alleen de celwanden af, maar produceren ook een hoop warmte. Zeker in combinatie met die bodywarmer om zijn bovenlijf heeft de wisent het daardoor ook ’s winters niet koud.
5. Brrrrr…
De laagste temperatuur die in Nederland is gemeten was -27,4 graden. Dat was op 27 januari 1942 in Winterswijk.
6. Het sneeuwklokje is niet wit…

De wetenschappelijke naam van het sneeuwklokje is Galanthus nivalis. Gala is Grieks voor melk en anthos betekent bloem. Nivalis gaat over sneeuw. De ‘melkbloem’ van het sneeuwklokje is trouwens niet wit, maar kleurloos. Er zitten luchtbelletjes in het bloemblad die wit weerkaatsen. Vaak hangt het bloempje er voor jandoedel bij, want hartje winter zijn er geen insecten die op dat piepkleine beetje nectar af komen om te zorgen voor bestuiving. Lees ook de Roots-tips om ze mooi te fotograferen.
7. Waarom spoelen maanvissen vooral aan in de winter?
De maanvis is een merkwaardig geval – een soort zwemmende kop met onder en boven een lange vin. Deze vreemde vis komt in alle wereldzeeën voor, maar nergens in grote aantallen. En hoewel het geen erg snelle zwemmers zijn, leggen maanvissen grote afstanden af. Rond januari trekken ze van het noordelijk deel van de Atlantische Oceaan naar het zuiden. Het zuidelijk deel van de Noordzee is eigenlijk te ondiep voor ze en soms strandt er een.
Alle 101 winterse natuurweetjes lees je in het extra dikke december- en januarinummer (+ Jaarkalender) van Roots.
Meer winterse natuurverhalen
- Egels hebben het moeilijk: zo help je ze de winter door.
- Een winterse uitwaaiwandeling op duinentoppen van 50 meter hoogte bij Zoutelande.
- Rijp fotograferen? Zo pak je dat aan…
- Wandel in de winter deze Roots-wandeling rond Winterswijk langs kabbelende beekjes…
Tekst: Geert-Jan Roebers en Daniël Mulder / Foto bovenaan: Andy Luberti
