Afrikaanse woestijngrasmus

Paul Bohre

03-12-2014 00:00:00

DOOR: PAUL BÖHRE

 

Fanatieke vogelaars, zoals ik, hebben een avontuurlijk leven. Zeker met de opkomst van de sociale media, weet je ’s ochtends als je opstaat niet waar je wellicht later die dag zomaar ‘ergens’ in het veld terechtkomt. Verandert een ‘gewone’ werkdag ineens in een euforisch hoogtepunt in je leven, dat wellicht als flashback terugkomt in de (spreekwoordelijke) film van je leven op het moment dat je wordt ingerekend door Magere Hein.

Zo ook afgelopen woensdag. Het gerucht gaat dan al ruim een week dat er een zeer zeldzame woestijngrasmus is waargenomen in een polder bij Alphen aan de Rijn. De exacte plek wordt vanwege praktische omstandigheden (midden in een polder zonder doorgaande paden) geheim gehouden. Maar als er in het weekend toch een paar foto’s van de vogel op internet verschijnen, blijkt het te gaan om een compleet nieuwe soort voor Nederland: de Afrikaanse woestijngrasmus. Een tot de verbeelding sprekend oogstrelend beestje. Vogelaars gaan daarom alsnog proberen de vogel te traceren, zeker als blijkt dat ze van de boer wel het land op mogen. Eerst zonder resultaat, maar op die bewuste woensdag is het ineens wel raak. Klokslag 12.00 uur vinden Rob Halff en Rutger Rotscheid de vogel terug langs een sloot en zij geven via de telefoon het bericht door: “de vogel zit er nog! Wacht op nader bericht. Er wordt met de boer van wie het land is (boerderij Landlust) overleg gevoerd.” Dan volgt even later de verlossende boodschap: “Vogelaars zijn wel degelijk welkom, zolang we het groene toegangshek maar achter ons dicht doen en langs de kanten van de weilanden en akkers blijven lopen.” Weg ben ik.

Ruim een half uur later bagger ik zelf door de klei in de richting van een rij mensen verderop in de polder. Ze staan vlak bij elkaar, wat een hoopvol beeld is. Als vogelaars ver uit elkaar staan en allemaal naar een andere kant staan te koekeloeren, is het fout. Dan is de vogel vaak gevlogen, in elk geval uit beeld. Nu is het gewoon een kwestie van stug doorlopen, maar dat valt nog helemaal niet mee over de spekgladde modder, koeienvlaaien en een verregende maïsakker. Onderweg kom ik een breed glimlachende vogelvriend tegen. Zijn nette broek zit tot aan het kruis vol met modderspatten. “Dat wordt nog wat, ik moet hierin straks nog vergaderen.” Met die broek komt het niet meer goed, en met zijn zeer zwaar bemodderde schoenen trouwens evenmin. Maar de soort is binnen!

Voor mij is het nog 200 meter verder glibberen, maar dan heb ik het vogeltje toch ook echt in de kijker. “Ongelooflijk, wat een mooi beestje”, hoor ik overal om mij heen. De bovenkant heeft een bijzondere zandkleur (licht geelbruin), de iris van zijn oogje heldergeel, net als zijn snaveltje. Hij foerageert als een muisje op de grond of tussen de vegetatie zoals dor gras. En alsof het de gewoonste zaak is, peutert hij de ene vette pissebed na de andere uit de kieren in de grond vandaan. En dat allemaal op een paar meter afstand, want hij is best tam, wat overigens heel gebruikelijk is voor deze vogeltjes. Ze zijn geen mensen gewend. Dan vliegt hij gewoon tussen ons door om een eind verderop weer in de kant van de sloot te landen. Er gaat een duidelijk hoorbare zucht van verwondering door de groep aanwezige vogelaars, een klein applausje volgt.

Blijft natuurlijk wel de vraag over wat zo’n Afrikaanse woestijngrasmus komt doen in zo’n ijskoude natte kleipolder bij Alphen aan de Rijn. Daarover wordt menig forum op internet die avond flink gevuld. In ieder geval heeft dit 12 cm kleine vogeltje een heleboel vogelaars – waaronder ikzelf – (er komen in een paar dagen tijd honderden mensen naar hem kijken) heel gelukkig gemaakt. En zijn we allemaal weer heel erg benieuwd op welk plekje in Nederland wij elkaar bij de volgende zeldzame soort weer tegenkomen. Leve de sociale media.

P.S. De vogel is nu helaas niet meer te bezoeken in verband met de afsluiting van deze polders i.v.m. een door vogelgriep besmet bedrijf in de buurt (Zoeterwoude).

Recente Editie


Meer Blog