De eerste tjiftjaf van het jaar komt naar je toe. Die hoor je vanzelf heel hard ‘tjiftjaf-tjiftjaf’ zingen vanuit de top van een boom. Geen kunst aan. Maar naar de eerste blauwborst moet je echt zoeken; dat is een uitdaging. Op waarneming.nl check ik vanaf half maart constant of hij al ergens in het zuiden is gehoord en/of gezien. Dan is het tijd om mijn eigen ‘hotspot’ voor de blauwborst te bezoeken. Mijn vaste stek vlak bij huis is het Schinkelbos, een lekker moerassig natuurgebied aan de rand van het Amsterdamse Bos, vlak bij Aalsmeer.
Een mooie lentemorgen met flink wat zon en weinig wind is de beste startpositie. Samen met mijn vrouw Marjolein loop ik stapvoets het gebied in. Overal zingen kneutjes, rietgorzen en winterkoninkjes. De een nog harder dan de ander. Probeer dan maar eens de eerste aarzelende zachte strofes van de blauwborst op te vangen. Net terug uit Afrika moeten ze eerst nog op zoek naar eten om weer op te vetten na de lange vliegreis.
Dan horen we ineens vanuit een wilgenbosje een prachtig melodieus liedje omhoog komen. Voorzichtig zet ik de kijker voor mijn ogen. Een donker vogeltje zo groot als een mus zit met zijn donkere rug naar mij toe. Ik geef de kijker door aan mijn vrouw. “Rechts op dat takje. Hij zit nog met de rug naar ons toe. Als hij gaat zingen, draait hij zich vanzelf om.” Zo gebeurt het. Hij zingt ineens uit volle borst en draait zich om, waarbij hij zijn blauwe torso showt. “Prachtig zeg”, fluistert mijn vrouw. “Met dat mooie blauw lijkt het wel een tropisch vogeltje.” En zo is het. Een kobaltblauw gekleurd vogeltje in Nederland. De eerste blauwborst van het jaar zien is altijd weer bijzonder.