Koolmezen, kuifmezen, pimpelmezen, staartmezen: in je tuin scharrelen heel wat mezen rond. Maar wie is wie? Een stoomcursus mezen herkennen.

Kuifmees (Foto: Niels Kooyman)
In de winter vormen kuifmezen kleine groepjes die beweeglijk de boomtakken afzoeken op spinnetjes, insecten en zaden. Je herkent ze aan de zwarte boog op de wang, zwarte bef en het parmantig opstaande kuifje.

Koolmees. (Foto: iStock)
Kan niet missen: zie je een vogel met een gele buik waarover een vette zwarte streep loopt, dan zie je een koolmees. Via deze zogenoemde ‘stropdas’ is de koolmees makkelijk te onderscheiden van andere mezen. Dameskoolmezen hebben trouwens een iets dunner buikstreepje.

Pimpelmees (Foto: Loes Belovics).
Net als koolmezen hebben pimpelmezen ook een gele buik en ook hebben ze een zwart buikstreepje, maar die is veel dunner en die loopt ook niet helemaal door. Groot verschil met de koolmees is hun ‘petje’: die is paarsblauw. Bij de koolmees is die zwart.

Staartmees (Foto: Nathan Vink).
Staartmezen zijn te herkennen – inderdaad – aan hun lange staart, die langer is dan het lijfje. Ze hebben een witte kop met twee een brede zwarte strepen die samenkomen op de donkere rug. In de winter zoeken ze in parken en tuinen naar voedsel.
Foto header: Dick Heenck